Ga naar inhoud

Column Bregje Hofstede: Selfie

bregje
leestijd 3 minuten
Column Update: 09 juli 2021. (Publicatie: 08 juli 2021)
Toen ik nog in Amsterdam woonde, had ik de ­gewoonte om met mijn laptop naar een café te gaan om te werken. Mijn favoriet was een koffiezaak op een eerste verdieping, die vanaf de straat niet zo goed zichtbaar was en daarom relatief rustig bleef.

Mijn tafeltje aan het raam keek uit op een pittoresk bruggetje. Er stonden daar altijd een paar mensen selfies te maken.

Telkens wanneer ik opkeek van mijn tekst, waren ze vervangen door anderen. Alsof ze nooit vertrokken, maar continu metamorfoseerden.

De selfiemakers op de brug voeren een vorm van theater op. Meestal beelden ze geluk en zelfvertrouwen uit: ze maken vreugdesprongen, met beide armen geheven, of ze tonen een brede lach, borst vooruit, buik ingehouden. Zakt de telefoon, dan wordt ook de pose losgelaten en staan daar twee heel gewone mensen fronsend over een schermpje gebogen.

Geërgerde fietsers slingeren bellend en vloekend om hen heen als ze zonder te kijken een paar stappen achteruit nemen voor een betere kadrering.

De Amerikaanse fotograaf Diane Arbus werd in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw bekend om haar indrukwekkende straatportretten. Dames in bontmantels, identieke tweelingen, opgedofte jongelui, vaak met iets geks of kwetsbaars in hun blik. Daar was Arbus ook naar op zoek.

Wat ze wilde vastleggen, zei ze zelf, was ‘the gap between intention and effect’: de kloof tussen bedoeling en resultaat. Arbus is beroemd omdat ze mensen zo wist te fotograferen dat ze iets van zichzelf lijken bloot te geven 
– alsof ze betrapt worden op een onbewaakt moment, en hun publieke masker een beetje is losgekomen. Hoe uitbundiger dat masker, hoe groter de ontmaskering.

Had Arbus nog geleefd, dan had ze de momenten rondom selfies prachtig gevonden. Ook de toeristen op het bruggetje voeren immers een intentie op, en ook bij hen is het effect niet helemaal wat ze bedoeld hadden.

Misschien zien ze een Arbus-achtige ontmaskering op hun zelfportretten terug, maar ontmaskering is alleen leuk om te zien bij ­anderen. En dus moeten de selfies heel vaak opnieuw: een hogere sprong, een bredere lach.

Hoe harder ze hun best doen, hoe meer ik vanuit mijn uitkijkpost iets anders zie dan het bedoelde geluk en zelfvertrouwen: onzekerheid bijvoorbeeld, of groeiende teleurstelling.

Als ik mijn blik dan eindelijk van de brug naar mijn laptop heb verplaatst, is die in de tussentijd in sluimerstand gegaan. Het zwarte scherm toont mijn eigen spiegelbeeld: hoe ik gebogen en met open mond heb zitten staren.

Onwillekeurig recht ik mijn rug, fatsoeneer mezelf in het kader. En dan zie ik mezelf even met de ogen van Arbus: het masker gaat af, het masker gaat op. Ik hoef mezelf er niet eens voor op de foto te zetten.

Meer lezen over dit thema?
^