Ga naar inhoud

Kinderen van middenstanders: geen gebrek aan liefde of aandacht

leestijd 2 minuten
Artikel Update: 02 juni 2020. (Publicatie: 01 september 1999)

Kinderen van ouders met een eigen bedrijf zitten in een bijzondere positie. Meestal werken zowel de vader als de moeder, de ouders zijn sterk betrokken bij hun werk en maken lange werktijden (van de mannelijke middenstanders werkt zeventig procent meer dan zestig uur per week, tegen drie procent van de mannen in loondienst). Contacten tussen ouders en kinderen worden bovendien vaak onderbroken door telefoon of winkelbel.

De Utrechtse psychologe Dymphena Suijkerbuijk, zelf opgegroeid in een middenstandsgezin, veronderstelde dat door deze omstandigheden middenstandskinderen als volwassenen minder veilig gehecht zouden zijn dan kinderen waarvan de vader in loondienst was en de moeder thuis bleef om voor de kinderen te zorgen. Onveilig gehechte mensen hebben meer moeite om stabiele contacten aan te gaan, hebben een lager gevoel van eigenwaarde en zijn gevoeliger voor depressies.

Tot haar eigen verbazing werden haar veronderstellingen niet bevestigd. Volwassenen uit middenstands gezinnen bleken niet onveiliger gehecht dan de controlegroep en hebben ook niet meer last van psychische problemen. Ze hadden bovendien niet het gevoel minder tijd, liefde of aandacht te hebben gekregen van hun ouders, ongeacht of hun ouders nu meer of minder dan veertig uur per week werkten. Kinderen van middenstanders waren zelfs positiever over hun moeder dan anderen: 96,6 procent vond de zorg van hun moeder zeer goed, tegenover tachtig procent in de controlegroep.

Suijkerbuijks onderzoek geeft hiermee een nieuw argument voor de stelling dat het feit dat beide ouders werken, niet schadelijk hoeft te zijn voor hun kroost.

(D. Suijkerbuijk, Middenstandskinderen en gehechtheidsrelaties, doctoraalonderzoek, Universiteit Utrecht, maart 1999)

Meer lezen over dit thema?
^