Kijkje in de praktijk van een singlecoach: Pieter heeft bindingsangst
Pieter heeft vijf dates gehad met Sanne. Aanvankelijk was hij ontzettend opgetogen en dacht ‘de ware’ gevonden te hebben. Maar na de vierde date is zijn initiële enthousiasme danig getemperd. Met name haar lachje en aanhankelijkheid irriteren hem.
Onder normale omstandigheden zou ik Pieter groot gelijk geven. Een relatie beginnen met iemand die je nu al niet meer aantrekkelijk vindt, lijkt geen goed plan. Echter, er zit een addertje onder het gras.
Pieter is al zeven jaar vrijgezel. Hij heeft al tientallen dates met leuke dames na een aantal weken afgebroken. Steeds volgens hetzelfde patroon: in eerste instantie voelt hij zich enorm aangetrokken, maar na een aantal ontmoetingen ziet hij niets dan nadelen.
Pieter heeft een vorm van bindingsangst. Hij houdt iedereen op afstand, omdat hij eigenlijk bang is om zichzelf helemaal te verbinden. Doordat hij weinig in contact staat met zijn gevoel, voelt hij geen angst. Hoogstens voelt hij weerstand, vermengd met een vleugje schuldgevoel naar zijn date.
En om dat onaangename gevoel te verklaren, verzint zijn rationele brein allerlei argumenten om het beangstigende feit dat iemand dichterbij komt te stoppen.
En hoewel Pieter dat na een aantal gesprekken met mij onder ogen ziet, denkt hij op het moment zelf altijd dat dit keer écht aan die ander ligt: zij past gewoon niet bij hem.
Ik ken dit patroon niet alleen uit mijn coachingspraktijk, maar ook uit eigen ervaring. Tientallen mannen heb ik in het verleden de deur gewezen. Om vervolgens alleen te vallen voor mannen die zich net als ik niet echt durfden te binden.
Ondanks mijn achtergrond in de psychologie herkende ik mijn eigen bindingsangst en verlatingsangst pas na een aantal teleurstellende relaties en gebroken harten.
Gelukkig ben ik ondertussen wijzer geworden. En Pieter ook. Hij realiseert zich dat hij eerst met zichzelf aan de slag moet, voordat hij de zoveelste leuke dame weer uit zijn leven bant.
‘Ik moet eerst mijn angst ruimte geven hè,’ verzucht hij. Zijn telefoon met het ‘uitmaak-appje’ stopt hij nog even in zijn zak. Wie weet wordt het nog wat met Sanne.
