Net als de meeste mensen wilde de Britse psycholoog Sunita Sah graag geloven dat ze assertief genoeg was om voor zichzelf en anderen op te komen. Dat zij zou vechten als iemand onrechtvaardig wordt behandeld.

Philip Zimbardo over de kracht van non-conformisme

Philip Zimbardo over de kracht van non-conformisme

‘Erbij horen’ is een oerbehoefte. En dus passen de meeste mensen zich geruisloos aan. Maar een g...

Lees verder

Tot ze op een dag zelf in een ziekenhuiskamer lag en een arts een CT-scan bij haar wilde uitvoeren. Dankzij haar medische achtergrond wist Sah dat zo’n scan onnodig was, maar toch zweeg ze. ‘Ik had nee moeten zeggen, want ik zou onnodig worden blootgesteld aan ioniserende straling, maar stilzwijgend onderging ik de scan.

Terwijl ik daar lag, voelde ik een vreemd soort ongemak – alsof ik gevangen zat in een situatie waarvan ik rationeel wist dat die niet klopte, en toch voelde ik me niet bij machte om in te grijpen.’

Sahs persoonlijke worsteling, waarom we soms niet voor onszelf of anderen opkomen, zelfs als de situatie tegen onze waarden indruist, vormt het vertrekpunt van haar boek De waarde van weerbaarheid.

Waarom hebben de meeste mensen de neiging om braaf en meegaand te zijn?

‘Van jongs af aan leren we dat gehoorzaamheid goed is. Kinderen die beleefd, meegaand en gehoorzaam zijn, worden beloond met goedkeuring en liefde. Het dopamineniveau in onze hersenen stijgt, wat ons aanmoedigt om opnieuw te gehoorzamen.

Ongehoorzaam gedrag geeft onze hersenen niet die belonende dopaminestoot. Zo ontwikkelen we een reflex om gehoorzaam en meegaand te zijn. Later in het leven worden we ook gevoelig voor sociale hiërarchieën en leren we dat bepaalde mensen het beter weten – denk aan artsen en leidinggevenden.

Zelfs als we twijfelen, voelen we de druk om te gehoorzamen. Daar zijn interessante onderzoeken naar gedaan: verpleegkundigen en copiloten aarzelen om een arts of gezaghebbende piloot tegen te spreken, zelfs als ze een fout zien.

En wanneer artsen open kaart speelden over een mogelijk belangenconflict, bijvoorbeeld dat ze een vergoeding krijgen voor een bepaalde behandeling, voelden patiënten zich nóg meer verplicht om het advies op te volgen – puur om niet de indruk te wekken dat ze hun arts wantrouwden. Ik noem dat insinuatieangst.’

Insinuatieangst – heeft u die term zelf bedacht?

‘Ja! Tijdens mijn onderzoek naar gehoorzaamheid besefte ik dat er een heel specifieke angst meespeelt die niet goed werd benoemd in bestaande psychologische theorieën. We kennen sociale angst, waarbij mensen bang zijn om negatief beoordeeld te worden. Maar dit is iets anders.

Insinuatieangst is de angst dat jouw nee een negatief signaal afgeeft over de ander – dat je hem of haar niet vertrouwt of incompetent vindt. Dit verklaart waarom mensen niets zeggen als een taxichauffeur een omweg neemt, of waarom we bij de kapper instemmend knikken, ook al is het kapsel niet naar wens.

We gaan mee in iets wat indruist tegen onze waarden of voorkeuren, enkel om de gevoelens van een ander te sparen. Maar dat voelt ongemakkelijk.’

Wat is dat dan voor gevoel?

‘Je kunt het ervaren als een knoop in je maag, een gefladder in je borst, of je geweten dat tegen je spreekt. Zoals dat vreemde ongemak dat ik voelde toen ik die CT-scan onderging.

Toen ik later het beroemde experiment van Stanley Milgram bestudeerde, waarin hij onderzocht hoever mensen gaan in gehoorzaamheid aan een autoriteit, viel me iets op.

Milgram merkte op dat proefpersonen nerveus leken: ze zweetten, stotterden en beten op hun lippen. Sommigen moesten lachen – iets wat Milgram misplaatst vond, maar wat voor mij volkomen logisch is. Dat gegiechel was geen plezier, maar een teken van extreme spanning.

Ze wílden nee zeggen, maar zaten gevangen in de dynamiek waarin gehoorzaamheid de standaard was. Dat laat zien dat gehoorzaamheid en verzet geen simpele tegenpolen zijn.

Het omstandereffect: waarom we vaak niet ingrijpen bij onrecht

Het omstandereffect: waarom we vaak niet ingrijpen bij onrecht

Als we zien dat iemand slecht wordt behandeld, dan helpen we diegene. Toch? Helaas: als het erop aan...

Lees verder

Veel mensen bevinden zich in dat grijze gebied: ze voelen het conflict, hun lichaam protesteert, maar ze kunnen de stap naar verzet niet zetten. Weerbaarheid begint met het serieus nemen van dat eerste knagende gevoel van ongemak.’

En hoe kun je naar dat ongemak gaan handelen?

‘De eerste stap is simpel, maar niet gemakkelijk: je moet jezelf toestaan dat ongemak niet te negeren. Veel mensen voelen het wel, maar rationaliseren het meteen weg. Ze denken: misschien stel ik me aan, of: mogelijk heeft die ander toch gelijk.

Een effectieve manier om dat te doorbreken is door bewust stil te staan bij die signalen. Wanneer voel je die knoop in je maag? Wanneer zwijg je terwijl je iets wilt zeggen? Je kunt de spanning die je voelt zien als intern signaal dat je in verzet wilt komen. Vervolgens kun je oefenen met kleine momenten van weerstand.

Je hoeft niet meteen een groot conflict aan te gaan. Begin met iets eenvoudigs: een opmerking maken als iemand door je heen praat, of onomwonden nee zeggen tegen een verzoek waar je geen tijd voor hebt.’

Toch denken mensen bij verzet meteen aan iets groots: op de barricaden staan, luid protesteren. Is groot verzet effectiever dan klein verzet?

‘Dat is een misverstand dat ik graag uit de weg wil ruimen. Weerstand hoeft niet groots en heroïsch te zijn om impact te hebben. Sterker nog, klein verzet is vaak toegankelijker én effectiever.

Een bescheiden daad van verzet kan anderen inspireren om ook op te staan – ik noem dat defiance domino. Denk aan iemand die zich uitspreekt in een vergadering: ineens voelen anderen zich gesterkt om dat ook te doen.

Of een situatie waarin een persoon besluit niet mee te lachen om een seksistische grap: die stilte kan krachtiger zijn dan een directe confrontatie. Klein verzet is voor veel mensen haalbaar. Je hoeft niet op de barricaden te staan; het gaat erom dat je consequent kleine momenten van weerstand oefent.

Groot verzet is waardevol, maar als we dagelijks op kleine manieren oefenen met opkomen voor onze waarden, zijn we klaar wanneer het écht telt.’

We zien in de wereld grote verschillen in hoe mensen reageren op onrecht. Sommigen komen fel in opstand, terwijl anderen lijken te berusten of zich zelfs afzijdig houden. Wat bepaalt of iemand zich wél of niet verzet?

‘Dat is een fascinerende vraag, en er zijn meerdere factoren die meespelen. Maar uiteindelijk draait het vaak om twee dingen: veiligheid en effectiviteit. Wanneer mensen beslissen of ze in verzet komen, stellen ze zich onbewust twee vragen: is het veilig om dit te doen? En: zal het überhaupt iets uitmaken?

Als mensen vrezen dat verzet gevaarlijk is – dat het hen hun baan kan kosten, sociaal kan isoleren, of zelfs fysiek in gevaar kan brengen – dan zullen ze minder snel iets doen, hoe sterk hun morele kompas ook is.

En als ze denken dat hun verzet toch niets zal uitmaken, voelen ze zich machteloos en blijven ze stil. Dit verklaart waarom sommigen veel feller in opstand komen dan anderen: ze voelen óf dat ze weinig te verliezen hebben, óf dat hun acties echt impact kunnen hebben.

In mijn onderzoek heb ik gezien dat deze inschattingen niet altijd kloppen. Mensen overschatten vaak het risico van klein verzet en onderschatten de impact ervan. Ze denken: wat heeft het voor zin als ik me uitspreek? Mijn stem maakt toch geen verschil.

Maar dat is precies waarom ik het idee van defiance domino zo belangrijk vind: klein verzet kan collectieve bewegingen in gang zetten. Zelfs een kleine daad – een vraag stellen, een stilte laten vallen, een grens stellen – kan verschil maken.’

Het klinkt logisch: je ongemak serieus nemen en vaker oefenen met klein verzet. Maar als het erop aankomt, kan het lastig zijn om aan te voelen wat de juiste keuze is: moet ik ertegenin gaan of is het slimmer om te gehoorzamen?

‘Dat is een essentiële vraag, want verzet is niet simpelweg het tegenovergestelde van gehoorzaamheid. Het gaat erom dat je in lijn met je eigen waarden handelt. Maar dat is precies waar veel mensen moeite mee hebben: hoe weet je wat je écht wilt, los van sociale druk?

Hoe maak je kinderen weerbaar?

Hoe maak je kinderen weerbaar?

De wereld is vol gevaren, maar binnenzitten is ook niet gezond voor een kind. Hoe leer je kinderen z...

Lees verder

In mijn onderzoek ontdekte ik dat veel mensen gehoorzaamheid verwarren met instemming. Gehoorzaamheid betekent dat je iets doet omdat een externe kracht of autoriteit dat van je verwacht, ongeacht of je er zelf achter staat.

Instemming daarentegen is een bewuste, interne keuze waarbij je écht achter de beslissing staat. Omdat het onderscheid niet altijd duidelijk is, zeggen mensen vaak ja tegen dingen waar ze eigenlijk nee op voelen. Daarom is het cruciaal om te leren wat je ‘ware’ ja en je ‘ware’ nee is.

Ik laat mijn studenten een oefening doen waarin ze hun kernwaarden expliciet opschrijven. Wat vind je écht belangrijk? Is dat eerlijkheid? Moed? Respect? Integriteit? Als je dat opschrijft en beschrijft waarom die waarden belangrijk voor je zijn, gebeurt er iets interessants.

Onderzoek laat zien dat mensen die hun waarden helder voor ogen hebben, minder vatbaar zijn voor externe druk. Ze ervaren minder stress in moreel beladen situaties en kunnen makkelijker weerstand bieden aan manipulatie.

De vraag die je jezelf kunt stellen in moeilijke momenten is: zeg ik ja omdat ik het écht wil, of omdat ik bang ben voor de gevolgen van nee zeggen? Dat ene moment van bewustzijn kan het verschil maken tussen gehoorzaamheid en het volgen van je eigen waarden.’

In uw boek introduceert u het concept ‘false defiance’: verzet dat niet gevoed wordt door waarden, maar door een reflex om tegen autoriteit in te gaan. Hoe onderscheiden we zinvol verzet van verzet om het verzet?

‘Dat is een belangrijk onderscheid. Zowel verzet als gehoorzaamheid kunnen blind en destructief zijn. Waar gehoorzaamheid gevaarlijk is als het gedachteloos gebeurt, kan verzet dat ook zijn.

Mensen die een sterke psychologische reactance hebben – de neiging om instinctief het tegenovergestelde te doen van wat een autoriteit hen opdraagt – kunnen in opstand komen, puur omdat ze zich niet willen laten vertellen wat ze moeten doen.

Dat zie je bijvoorbeeld bij mensen die zich fel verzetten tegen vaccinaties of veiligheidsmaatregelen; niet op basis van rationele argumenten, maar omdat ze het gevoel hebben dat hun autonomie wordt ingeperkt.

Het verschil tussen ware en valse weerbaarheid is de intentie: handel je vanuit je waarden of vanuit een emotionele tegenreactie? Verzet is waardevol als het bewust en gebaseerd op waarden gebeurt. Maar als verzet een automatisme wordt, is het even gevaarlijk als gehoorzaamheid.’

Bent u zelf minder volgzaam geworden door de inzichten uit uw onderzoeken?

‘Absoluut, maar dat was geen vanzelfsprekend proces. Ik ben van nature iemand die harmonie waardeert, en dat betekende dat ik vaak meegaander was dan ik eigenlijk wilde.

Maar na jaren onderzoek besefte ik hoe vaak ik mijn instincten negeerde en me conformeerde, simpelweg om geen ongemak te veroorzaken, om geen ‘lastig’ persoon te zijn.

Nu stel ik vaker vragen, zeg ik vaker nee. Niet om tegendraads te zijn, maar omdat ik heb geleerd dat gehoorzaamheid niet hetzelfde is als instemming.’

Sunita Sah is als organisatiepsycholoog en onderzoeker verbonden aan de SC Johnson Graduate School of Management van Cornell University.

Ze werkte eerder als arts in het Verenigd Koninkrijk, behaalde een MBA met onderscheiding aan de London Business School en een MSc in organisatiegedrag. Eerder dit jaar verscheen haar eerste boek, De waarde van weerbaarheid (AW Bruna).