Erbij horen zonder jezelf te verliezen: 4 pijlers voor een authentiek leven in verbinding
Ze had de weerzin wel gevoeld, toen ze het jasje en de zwarte pantalon van het haakje haalde. Bedenkelijk gekeken, bij het aantrekken van de nette pumps. Toch zat Brené Brown die ochtend in 2013 braaf klaar in haar ‘representatieve’ outfit. Ze zou gaan spreken op een van de grootste leiderschapsevenementen ter wereld, en de organisatoren hadden haar op het hart gedrukt zich zakelijk te kleden.
‘Dit was hoe ik altijd had geleefd. Ik was een expert in aanvoelen en aanpassen,’ vertelt Brown via een krakende lijn vanuit Amerika. ‘Ik wist precies wat leraren en ouders van me verwachtten, en kon me daar feilloos naar gedragen. Had ik een groepje brave vriendinnen, dan zat ik gezellig haren in te vlechten voor de tv. Waren ze meer van het opstandige type, dan hing ik tot ’s avonds laat rond op straat en verstopte ik wiet op mijn kamer. Mensen lezen en ‘erin passen’ was mijn tweede natuur.’
Het begon met een cheerleadertrauma
Het was begonnen toen ze als kind auditie deed voor het cheerleaderteam, schrijft ze in haar boek Verlangen naar verbinding. Alle pasjes perfect beheersend, maar ‘gewoon’ in sportkleding, terwijl de rest van de meisjes opgemaakt en in funky outfits op het toneel verschenen. Ze werd afgewezen.
‘Erger nog: zelfs mijn ouders, die altijd belangrijke rollen in sportteams hadden gehad en nu zonder troostende woorden stil naast me in de auto zaten, wezen me af. Ik hoorde er niet bij. Dat gevoel nooit meer, nam ik me voor.’
Je aanpassen om erbij te horen
Je aanpassen om erbij te horen, erin te passen, is gedrag dat veel mensen wel herkennen, zegt Brown. Niet alleen kinderen met een cheerleadertrauma of hormonale pubers – ook volwassenen. ‘Als er ideeën worden gepresenteerd op het werk waar jij het jouwe van denkt, en je toch je mond niet opentrekt. Als je met je moeder aan de telefoon zit, en babbelt over wat zíj wil horen. Als je meelacht met een roddel, terwijl je voelt dat je maag zich samentrekt.’
‘Het is doodvermoeiend om de hele tijd iets anders te zijn dan je werkelijk bent’
We hebben een oerbehoefte om ergens onderdeel van te zijn, zegt Brown. Maar we hebben ook een oerbehoefte om onszelf te zijn. ‘En hoe goed het soms ook mag voelen om erin te passen, uiteindelijk is het doodvermoeiend om de hele tijd iets anders te zijn dan je werkelijk bent. Ik wilde dat niet meer. Mijn relatie met anderen hing af van wat ik de hele tijd aan het ophouden was. Niet zijn wie je bent maakt uiteindelijk eenzaam en kan zelfs tot depressie, angsten en verslaving leiden.’
Dan maar een buitenstaander
In het begin van haar werkende bestaan was Brown behoedzaam de eerste stappen in haar leven als dan-maar-bewust-buitenstaander gaan zetten. Ze was onderzoek gaan doen naar onderwerpen die zíj belangrijk vond – kwetsbaarheid, schaamte – en niet naar waar haar leidinggevenden aan het onderzoeksinstituut vonden dat ze zich op moest richten.
Ze vond, tegen de stroom en de gewoonten in, haar eigen verhalende vorm van onderzoeksverslaggeving. En hoewel haar omgeving zei dat ze geen hoogleraar kon zijn én boeken schrijven die mensen echt zouden willen lezen, werd ze een bestseller-schrijvende hoogleraar. Werd haar gevraagd om het – voor haar zo belangrijke – geloof buiten beschouwing te laten als ze sprak op een congres, dan bedankte ze voortaan vriendelijk voor de uitnodiging. Idem bij het verzoek niet te vloeken.
‘Met jezelf zijn ben je er nog niet, je verbonden voelen met anderen is net zo belangrijk’
En nu zat ze daar toch weer, in die huichelachtige pumps. Nadat ze aan de spreker naast haar had opgebiecht dat dit soort kleding totaal niet bij haar paste, en te horen kreeg dat ze er ‘echt prima’ uitzag, stond Brown abrupt op. Ze vertrok met koffer naar het toilet om even later in een blauw T-shirt en een donkere spijkerbroek, op Zweedse klompen weer terug te keren.
Dapper, vond de collega-spreker. Noodzakelijk, vond Brown zelf. ‘Ik moest dat podium op om over authenticiteit en moed te spreken. Hoe kon ik dat doen als ik me zelf niet authentiek of dapper voelde? Ik was daar niet om mijn zakelijke zelf met hun zakelijke zelf te laten praten. Ik was er om van hart tot hart te spreken. Ik moest er staan zoals ik ben.’
Stoppen met pleasen
Van alle twintig sprekers werd ze de meest gewaardeerde van de conferentie. Toch bleef ze achteraf zitten met het gevoel een buitenbeentje te zijn geweest. Dat was het moment waarop ze zich realiseerde: met helemaal jezelf zijn ben je er nog niet – je verbonden voelen met anderen is net zo belangrijk.
Dat gevoel erbuiten te staan bleef haar maar bekruipen in het leven, en ze vroeg zich af: waarom is het zo moeilijk om jezelf te zijn en tóch die verbinding met anderen te voelen? Wat is ervoor nodig om jezelf en toch echt verbonden te zijn?
Het was dat moment dat Brown haar onderzoek voor haar nieuwe boek begon. Als ‘grounded theory’-onderzoeker ontwikkelt ze theorieën op basis van ervaringen die mensen in het dagelijks leven hebben. In de talloze interviews die ze haar onderzoeksgroep eerder afnam en in de tientallen nieuwe interviews die ze deed, spoorde ze nu de mensen op die het gevoel waar zij naar zocht al hadden. De mensen die staan voor wie ze zijn, en zich tegelijkertijd helemaal onderdeel weten van het grotere geheel.
Lees ook: Waarom is het zo lastig om ‘gewoon’ jezelf te zijn? Een psycholoog legt uit
Waarom wil je erbij horen?
Wat hebben deze mensen gemeen? Hoe zijn ze op het punt in hun leven beland waar ‘erbij horen’ van binnenuit gevoeld werd – en niet meer de beloning was voor pleasen, je aanpassen en perfect zijn?
Brown: ‘Wat ik ontdekte, is dat echte verbinding, ergens echt onderdeel van zijn, uit jezelf moet komen. Erbij horen is niet iets passiefs dat vanzelf ontstaat als je je bij een groepje voegt. Het is een houding, een practice, die steeds weer van je vraagt om je kwetsbaar op te stellen, je ongemakkelijk te kunnen voelen en toch aanwezig te blijven, zonder op te offeren wie je bent.’
Zo leef je in verbinding en blijf je toch jezelf
Voor die beoefening ontwikkelde Brown vier belangrijke pijlers. Wil je leven in verbinding, zonder jezelf te verliezen, oefen dan elke dag opnieuw met deze blik op het leven, aldus Brown.
1. Ga niet mee in zwart-witverhalen
Sta open voor verschillende perspectieven. Het lijkt wel of je, om ‘erbij’ te horen, tegenwoordig overal een stellige mening over moet hebben, zelfs als je die niet hebt. Terwijl je natuurlijk nooit overal verstand van kunt hebben, en veel meer dingen grijs zijn dan het zwart-wit waarin ze gepresenteerd worden. Vlees eten? Afschaffen die handel. Wapenbezit? Belachelijk natuurlijk. Vaccinaties? Als je een béétje nadenkt…
‘We nemen nauwelijks meer de moeite ergens nieuwsgierig naar te zijn – er is ongetwijfeld iemand aan ‘onze’ kant die er al wel een mening over heeft,’ schrijft Brown.
De in verbinding levende types uit haar onderzoek die ook dicht bij zichzelf blijven, zijn wél nieuwsgierig. Die durven de vraag te stellen: ‘Ik weet echt niet veel over dat onderwerp, zou jij me daar iets over willen vertellen?’ Die durven kritisch te zijn, en een open, vriendelijk en geïnteresseerd gesprek te beginnen op zo’n moment waarop meningen op halve feiten gebaseerd blijken. Zonder de ander af te willen troeven, een gevoel van schaamte te bezorgen of tegenover hem of haar te gaan staan.
Doe de test: Ben je meegaand of eigenzinnig?
2. Zoom in
Stop met wij-zijdenken. Als iets verbinding in de weg staat, is dat het wel. Journalist Bill Bishop maakte jaren geleden in zijn boek The big sort al duidelijk hoe we ons steeds meer in groepen gelijkgezinden verdelen. Van ‘wij zzp’ers’ en ‘wij jaren dertig-wijkbewoners’ tot de partij waar we op stemmen en hoe spiritueel, sportief of veganistisch we zijn. Dat we afwijkende meningen het zwijgen opleggen, steeds extremer worden in ons denken en alleen feiten tot ons nemen die onze overtuigingen ondersteunen.
‘Daardoor leven we nu in een gigantische ‘feedbackloop’,’ schrijft Bishop. ‘Onze eigen ideeën over wat goed en fout is horen we terug in de televisieprogramma’s waar we naar kijken, de kranten, boeken en blogs die we lezen, de preken die we horen en de buurten waar we wonen.’
‘Onze aannames over anderen versterkt onze niet-verbondenheid alleen maar’
Dit indelen van mensen in groepjes zorgt ervoor dat we allerlei aannames doen over anderen, zegt Brown, wat onze niet-verbondenheid alleen maar versterkt. ‘O, dat is een VVD’er, die denkt dat de hele wereld maakbaar is.’ ‘Ah, daar heb je weer zo’n spiri-wiri die nog nooit een wetenschappelijke publicatie gelezen heeft.’
De mannen en vrouwen die Brown interviewde met het sterkste gevoel ergens onderdeel van te zijn, doen dat niet. Zij blijven opvallend vaker dan anderen ‘ingezoomd’: ze baseren hun oordelen en meningen op de persoonlijke ervaringen die ze opdoen met anderen. Waarmee de vader en moeder van die klasgenoot op school gewoon ook een paar betrokken ouders zijn, in plaats van ‘die tokkies’.
‘En de organisatoren van die conferentie ook gewoon een groep mensen die, net als ik, op de allerbeste manier een publiek wilde bedienen,’ blikt Brown terug.
3. Deel emoties met vreemden
Geloof in de onlosmakelijke menselijke verbondenheid, en voed die oerbehoefte om ergens deel van uit te maken. Door samen kaarsjes te branden op plekken waar ongelukken gebeurden. Mee te lopen in protestmarsen. Te zingen met duizenden anderen tot je er kippenvel van krijgt, op de concerten van je idolen. Door vreugdetranen weg te pinken op huwelijken en collectief te rouwen op begrafenissen. Te zingen voor je cluppie. Of door een fijn gesprek te voeren met die vreemde naast je tijdens een treinreis of vlucht.
Het probleem is volgens Brown dat we die ervaringen niet vaak genoeg aangaan. ‘Het maakt ons kwetsbaar om ons over te geven aan dat soort gedeelde vreugde en pijn. We pantseren ons.’ We doen onze handen in onze zakken tijdens een concert, zijn cynisch over die pianist op het station of die optocht voor een wildvreemde dode, kijken bedenkelijk tijdens het dansen en zetten liever ons koptelefoontje op dan dat we iemand in de trein leren kennen.
‘Maar hoe meer we bereid zijn momenten van gezamenlijke vreugde op te zoeken en ervaringen van gedeelde pijn aan te gaan, hoe moeilijker het wordt onze menselijke verbondenheid te ontkennen – zelfs met mensen met wie we het misschien oneens zijn,’ meent Brown. En die wetenschap dat we ondanks alles verbonden zijn, helpt ons om ook op moeilijke, eenzame momenten ons authentieke zelf te blijven.
Doe de test: Hoe authentiek ben je?
4. Durf kwetsbaar te zijn
Alleen staan in je beslissingen of overtuigingen, ondanks je angst voor kritiek en afwijzing, is best spannend. Als je als arts geen penicilline voorschrijft omdat dat toch niet werkt bij oorontsteking, maar de ouders van je patiënt die behandeling bijna opeisen. Als je opkomt voor de vluchtelingen in je dorp te midden van de boze PVV’ers uit je buurt. Of als je kritische vraagtekens zet bij de politiek correcte standpunten van je vrienden.
Het is eng, en soms ook eenzaam, en het vereist moed en kwetsbaarheid. Maar als je de moed om te staan voor wie je bent kunt combineren met een open en benaderbare houding, stoot je andere mensen juist niet af. Je zult je ondanks je afwijkende mening of levenshouding dan toch met hen verbonden weten.
Ook interessant: Zo kom je dichter bij je gevoel: lessen van Brené Brown