Ga naar inhoud

Zoon van 7 wordt heel vaak boos

leestijd 3 minuten
Update: 12 maart 2020. (Publicatie: 25 maart 2006)

De vraag

Geachte heer Vervaet,
Onze zoon van bijna 7 wordt om heel veel dingen meteen boos. Bijvoorbeeld: als hij zich pijn doet; hij laat zich dan niet meteen troosten. Als hem iets voor de tweede keer gevraagd wordt (wààt!! boos gezicht). Als iemand niet doet wat hij wil. Als je hem vraagt iets naar de keuken te brengen. Als een ander kind hem pijn doet (dan wil hij dat kind gaan “rammen”).

Boos varieert van een boos, ontevreden gezicht tot heel driftig en over de rooie gaan. Verder kan hij niet tegen zijn verlies bij spelletjes en vertoont hij, bijvoorbeeld in winkels, parmantig/stoer/brutaal gedrag door om dingen te vragen, achter de toonbank te gaan enz. We maken ons zorgen over zijn vaak chagrijnige/boze manier van reageren. We zeggen dat hij met woorden moet uitleggen wat er is, en ruzies met woorden moet bijleggen. maar vooral bij ruzies loopt hij boos weg in plaats van erover te praten. Hoe kunnen we zijn reacties veranderen?

Vriendelijke groet,
Darla

Het advies

Beste Darla,

Over dat boze kan ik in z’n algemeenheid niet zo heel veel zeggen: heeft je zoon een pittig temperament, dan zul je er de komende jaren flink wat tijd voor moeten uittrekken om hem te leren tegenslagen rustig te verwerken; ruzies uit te praten in plaats van uit te vechten; enzovoort. Of denk je aan een ontwikkelingsstoornis? In dat geval zou ik, bij voorkeur na overleg met z’n schooljuf of -meester, overwegen met hem naar een kindertherapeut te gaan.

Je vraag ‘Hoe kunnen we zijn reacties veranderen?’ heb ik daarmee in het geval van ‘temperament’ dus goeddeels beantwoord: daar zal veel geduld voor nodig zijn en vooral veel praktisch uitpraten met jou bijvoorbeeld als er wat tussen jullie speelt. Probeer niet teveel te praten over uitpraten en het belang daarvan, maar het uitpraten in voorkomende gevallen concreet met hem te doen.

Als ontwikkelingspsycholoog weet ik dat kinderen het vooral rond een jaar of zes erg moeilijk vinden om te verliezen. Met 4, 5 jaar hebben ze het als het ware nog niet in de gaten (‘winnen’ is dan een soort ‘als eerste klaar zijn’) en met 7, 8 jaar weten ze dat het bij een regelspel hoort dat er gewonnen en dus ook verloren wordt. Dat heeft met de algehele psychologische ontwikkeling te maken. Rond 5, 6 jaar zijn de denkoperaties nog onomkeerbaar en meent het kind de werkelijkheid aan z’n wensen te kunnen aanpassen (‘Ik win gewoon altijd’) en dat valt dus vaak tegen, te meer omdat de kleuter zich in z’n beheersingsideeën gekrenkt voelt. Rond 7, 8 jaar weet het dat ‘A wint van B’ en ‘B verliest van A’ elkaars omgekeerde zijn en noodzakelijker- en logischerwijze bij elkaar horen, zonder dat je zelfwaardegevoel daardoor wordt aangetast: ‘Jammer, maar niet erg’.

Je zoon lijkt me een pittig baasje. Ik hoop dat hij een weg vindt om er voor zichzelf en voor anderen (jij en andere vertrouwden in de eerste plaats) op een goede manier mee om te gaan.
Veel succes met de hulp die je hem daar ongetwijfeld bij zult moeten geven.

Groeten,
Ewald

Meer lezen over dit thema?
^