Ga naar inhoud

Jean-Pierre van de Ven: “Het is uit, Arend, laat dat nou eens tot je doordringen,’ zeg ik niet”

jean-pierre van de ven
Foto: Ernie Buts
leestijd 3 minuten
Column 16 oktober 2025
Relatietherapeut Jean-Pierre van de Ven geeft elke maand een inkijkje in zijn praktijk.

Alhoewel Arend het initiatief heeft genomen voor dit ‘verzoenings­gesprek’, komt zijn ex als eerste opdagen. ‘Doe je dit vaker?’ vraagt ­Melanie als ze voorzichtig is gaan zitten. Ze aait met beide handen over haar bolle buik.

‘Een gesprek tussen exen?’ zeg ik. Ze knikt. ‘Ja hoor, dat gebeurt vaker. Maar eigenlijk houd ik er niet zo van.’ Dat laatste floepte eruit. Melanie kijkt verrast op. ‘Ik zie cliënten liever weer samenkomen dan uit elkaar gaan,’ repareer ik.

Melanie knikt alsof ze het begrijpt. ‘Nou, weinig kans dat Arend en ik weer samenkomen,’ zegt ze met een blik op haar buik. Daarin zit niet Arends kind. Dan gaat de bel en ik loop Arend tegemoet op de gang om hem welkom te heten. ‘Waar is de wc?’ zegt hij meteen. Ik zie hoe Arend door de open deur van mijn spreekkamer vast een blik naar binnen werpt. Schrikt hij? Schielijk verdwijnt hij naar de plee.

‘Nadat je me over de telefoon hebt laten weten dat je zwanger bent, hebben we geen contact meer gehad’

Hun begroeting is houterig. Melanie beweegt onhandig een paar centimeter omhoog uit haar stoel om Arend te omhelzen, die gebaart dat ze moet blijven zitten en tegelijk ingaat op haar halve omhelzing. Ze zoenen niet.

‘Die had je nog niet gezien,’ zegt Melanie over haar buik.

‘Eh, nee, want nadat je me over de telefoon hebt laten weten dat je zwanger bent, hebben we geen contact meer gehad.’ Arend legt veel nadruk op de woorden: over de telefoon.

‘Ja, wat moest ik dan? Ik wilde het je dolgraag gewoon vertellen, maar je bent in fokking Berlijn gaan wonen, Arend,’ zegt Melanie. Ze grijpt haar buik met beide handen vast.

‘Hola, even wat spelregels,’ zeg ik. ‘Als jullie ruziemaken, is het gesprek voorbij. Dan sta ik op, loop ik naar de deur en wens ik jullie nog een goede middag.’

Het helpt. Gedurende de rest van het gesprek weten ze beiden hun ergernissen te onderdrukken. Als beleefde volwassenen bespreken ze hun relatie en hoe het misging. De verbouwing, de drukte op hun werk, zijn iets te forse alcoholinname. Hun open relatie en haar verliefdheid op een ander – de vader van haar aanstaande kind.

‘Aan die verliefdheid kon je natuurlijk niets doen,’ zegt Arend vergoelijkend. ­Melanie zucht, ze weet wat er gaat komen. ‘Maar waarom heb je er niets over ­gezegd? Waarom hebben we überhaupt nog dat klushuis gekocht? Je wist toch–’

‘Nee Arend, dat wist ik niet. Jimmy moest helemaal niets van me hebben in die tijd. Hij zat zelf nog in een relatie.’

‘Hij was getrouwd, bedoel je,’ zegt Arend. Melanie rolt met haar ogen en kijkt naar mij voor hulp.

‘Moet ik opstaan?’ zeg ik. Ik kijk naar de deur. Het helpt, opnieuw. Zonder kleerscheuren bereiken we het einde van de sessie. De volgende morgen belt Arend om te vragen wat ik van het gesprek vond.

‘Het is uit, Arend, laat dat nou eens tot je doordringen,’ zeg ik niet.

Meer van Jean-Pierre? Bekijk alle columns

Meer lezen over dit thema?