Hoop houden in moeilijke tijden: deze hoogleraar weet hoe
Met zijn hoopvolle boodschap ‘Het kan wel’ wist Rob Jetten de meerderheid van de Nederlanders voor zich te winnen. We zijn en masse op zoek naar meer hoop, want ons vertrouwen in de mensheid staat onder druk. Dat maakt ons cynischer en pessimistischer over het verschil dat we kunnen maken. Maar er is een tegengif, zegt hoogleraar psychologie Jamil Zaki. ‘Wie positieve verandering wil, moet eerst de hoop herstellen.’
Oorlogen, honger, de vernieling van de aarde, de teloorgang van democratische waarden: de wereld ziet er tegenwoordig vaak somber en troosteloos uit. Niet vreemd dus dat ‘hoop’ als onderzoeksrichting volop in de belangstelling staat. Zo noemde de American Psychological Association begin 2024 de aandacht voor het cultiveren van hoop een van de opkomende trends in het vakgebied.
In datzelfde jaar verscheen ook Hope for cynics. The surprising science of human goodness van Stanford-wetenschapper Jamil Zaki, een boek voor mensen die – net als hijzelf – hun hoop in de mensheid hebben verloren.
De hoogleraar psychologie, tevens directeur van het Stanford Social Neuroscience Lab, deed al twintig jaar onderzoek naar vriendelijkheid en empathie. Zijn data lieten steevast een positief mensbeeld zien. Zo concludeerden hij en zijn onderzoeksteam dat de meeste mensen neurologisch geprogrammeerd lijken om goed te doen. Geld doneren blijkt bijvoorbeeld hetzelfde beloningssysteem te triggeren als chocola eten. En anderen helpen kalmeert ons eigen zenuwstelsel.
Een hoopvol karakter
Vanwege zijn hoopgevende resultaten werd Zaki regelmatig gevraagd om voor publiek te komen uitleggen dat ‘de meeste mensen deugen’. Terwijl hij daar zelf niet helemaal van overtuigd was, bekent hij in zijn boek. Zaki groeide op bij ouders die in een langdurige vechtscheiding verwikkeld waren. Dat had hem ten diepste wantrouwend gemaakt over de motieven van anderen.
Wat hij de laatste jaren in de VS en daarbuiten zag gebeuren, van autoritaire politici tot planetaire verwoestingen, intensiveerde dat pessimisme alleen maar. Zaki, die op de bühne steeds goed nieuws over zijn medemensen moest komen vertellen, was eigenlijk een cynicus.
‘Hij was vervuld met een bewustzijn dat alles in deze wereld werkelijk schitterend is’.
Tot hij besloot dat gebrek aan vertrouwen te gaan onderzoeken. Directe aanleiding daarvoor was zijn verwondering over het hoopvolle karakter van Emile Bruneau, net als Zaki hoogleraar psychologie, en oprichter van het Peace and Conflict Neuroscience Laboratorium aan de Universiteit van Pennsylvania. Een onverbeterlijke optimist die, zelfs toen hij gediagnosticeerd werd met een ongeneeslijke hersentumor, nog schreef aan Zaki dat hij ‘was vervuld met een bewustzijn dat alles in deze wereld werkelijk schitterend is’.
Bruneau en zijn onderzoeksteam onderzochten wat triggers waren voor haat, en ontwierpen psychologische behandelingen om tot verzoening te komen. Precies wat Zaki zich na Bruneaus dood ook voornam: om symptomen van cynisme in zichzelf en anderen te leren herkennen, te snappen waar die vandaan komen en te leren wat die voor gevolgen hebben. En wat we wél kunnen doen om positieve verandering te bewerkstelligen. Psychologie Magazine ‘sprak’ hem per mail.
Zijn de meeste mensen te vertrouwen?
Cynisme is een houding die ongeloof toont in de goede bedoelingen van andere mensen. Cynici veronderstellen dat mensen nu eenmaal hebzuchtig, egoïstisch en oneerlijk zijn, en daardoor hun leefomgeving verpesten. Zaki was bepaald niet de enige die daarmee doordrenkt was. In de Verenigde Staten was in 1972 vijftig procent van de mensen het eens met de stelling ‘de meeste mensen zijn te vertrouwen’; in 2018 was dat nog slechts dertig procent.
Ook wereldwijd steeg het wantrouwen. Dagblad NRC rapporteerde in 2024 dat in vrijwel alle westerse landen sinds de coronapandemie een dalende trend te zien was in het vertrouwen van burgers in instituties, bedrijven en media. De krant baseerde dit op de Edelman Trust Barometer, een langlopend enquête-onderzoek in 28 landen onder 31.000 respondenten.
Mensen die anderen niet vertrouwen, hebben vaker depressieve en lichamelijke klachten, en gaan eerder dood
In Nederland kelderde het vertrouwen in overheid, media, wetenschap en onderwijs eveneens, liet onderzoek van instanties als het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Commissariaat voor de Media zien. Met het wantrouwen in de medemens viel het in ons land mee; 66 procent gaf aan elkaar te vertrouwen. Nederland behoort daarmee tot de ‘high-trust-maatschappijen’ die dankzij een bloeiende economie en betrokken burgerschap ook hoger scoren op geluksmetingen. Maar 34 procent cynici blijft veel.
Lees ook: ʻStroop je mouwen opʼ en 4 andere actieve manieren om hoopvoller te leven
Lijn van de samenleving
Cynisme is giftig, legt Zaki in Hope for cynics uit. In de eerste plaats voor cynici zelf. Mensen die anderen niet vertrouwen, hebben vaker depressieve en lichamelijke klachten en gaan eerder dood. Reden: als je je gedesillusioneerd terugtrekt, heb je al snel te weinig positieve, diepgaande verbinding met anderen. Dat gaat vaak samen met een slechtere mentale, emotionele en lichamelijke gezondheid.
Maar cynisme is ook schadelijk voor anderen. Omdat cynici niet geloven dat hun eigen acties een positief verschil zullen maken in de wereld, zetten ze zich minder in. Zaki haalt in zijn boek onderzoek aan, waaronder dat van Daniel Nettle en Rebecca Saxe, dat laat zien dat cynici minder stemmen en zich minder snel bij sociale bewegingen aansluiten. Daarom tast cynisme de lijm van de samenleving aan, schrijft Zaki. Hij vergelijkt cynisme met een bril met vieze glazen: ‘Een cynische houding vertroebelt wat mensen waarnemen.’
‘Cynisme is een bril met vieze glazen’
Vreemd genoeg leeft de misvatting dat cynici eigenlijk gelijk hebben. Zo gelooft zeventig procent van de mensen dat cynici slimmer zijn, en dat ze een grote mate van levenswijsheid hebben. Ook denkt 85 procent dat cynische mensen sociaal intelligenter zijn, en beter leugenaars kunnen ontmaskeren. Dit fenomeen heet in de onderzoeksliteratuur the cynical genius illusion.
Die overtuiging klopt niet, laat Zaki zien in zijn boek. Mensen met een cynisch wereldbeeld presteren juist slechter op cognitieve testen en kunnen minder makkelijk slechte bedoelingen doorzien. Ze zijn niet slimmer maar juist iets bekrompener, en meer geneigd tot zwart-witdenken.
Waar komt cynisme vandaan?
Cynisme kan met een gebrek aan innerlijke veiligheid te maken hebben. Zo legt Zaki in zijn werk een verband met onveilig gehecht zijn. Als kind van ouders die hem als instrument in hun vechtscheiding gebruikten, kent hij deze existentiële onveiligheid.
‘Je hebt te veel pijn om onbevangen te kunnen zijn,’ mailt hij. Dat treft zeker mensen die traumatische gebeurtenissen meemaken zonder sociale steun van anderen te ontvangen, zoals hijzelf. Wat daardoor ontstaat is ‘pre-disappointment’, misschien het best te vertalen als ‘voor de zekerheid alvast teleurgesteld zijn’.
Als je maar niets van anderen verwacht, kun je ook niet opnieuw pijn worden gedaan
Als je maar niets van anderen verwacht, kun je ook niet opnieuw pijn worden gedaan. Volgens Zaki een begrijpelijke maar inadequate reactie omdat die je uiteindelijk meer lijden dan veiligheid oplevert. Hij vergelijkt de terugtrekking met een zelfopgelegd huisarrest: je wordt buiten weliswaar niet overvallen door iets vervelends, maar maakt ook niks moois mee.
Moegestreden: Dit is een activisten-burn-out (en zo voorkom je hem)
Wat is hoopvol scepticisme?
Een gezondere houding, stelt de psycholoog, is die van het hoopvolle scepticisme. Dat is niet hetzelfde als optimisme, want dat is het idee dat dingen prima zullen uitpakken. Hoop betekent dat er een kans bestaat dat het óók goed zou kunnen komen; dat onze acties zin zouden kunnen hebben. Zaki mailt deze mooie zin: ‘In die onzekerheid liggen onze mogelijkheden om zo te leven dat we zelf voor een positieve verandering zorgen.’
‘Mensen denken vaak dat cynisme hetzelfde is als sceptisch zijn,’ vertelt hij in de podcast The Happiness Lab van ‘geluksprofessor’ Laurie Santos. ‘Maar het tegendeel is waar. Cynisme is een theorie, en cynici zijn geneigd alles te omarmen wat die theorie onderschrijft – ‘zie je wel!’ Scepticisme is een meer wetenschappelijke open houding, waarin je op een nieuwsgierige manier onderzoekt wat juist is, en bereid bent je veronderstellingen aan te passen op basis van de realiteit.’
‘Scepticisme is een meer wetenschappelijke open houding’
Ook hoop houden is iets waar we zelf aan kunnen werken. ‘Hoop is een vaardigheid die we actief kunnen cultiveren en in de loop van de tijd kunnen versterken,’ zegt Zaki. ‘Het is iets anders dan optimisme, en vereist de ontwikkeling van een reeks mentale en emotionele praktijken, zoals veerkracht, daadkracht en nederigheid.’
Hoe kun je hoopvol leven?
Om cynisme te verruilen voor hoop raadt Zaki aan om cynische theorieën te factchecken, een strategie uit de cognitieve psychotherapie, zegt hij in de podcast. Onze ingebakken alertheid op gevaar maakt namelijk dat we snel naar het negatieve neigen. Wat positief is, ontsnapt daardoor makkelijk aan de aandacht.
In Hope for cynics geeft hij daarvoor een oefening: ‘We denken allemaal weleens laatdunkend over anderen. De buren bijvoorbeeld, weggebruikers. Laten we zeggen dat je een cynische theorie hebt over je collega’s, maak daar vervolgens een hypothese van, bijvoorbeeld: ‘Mijn collega’s denken alleen aan zichzelf’. Vraag ze vervolgens om een kleine gunst. Als niemand daaraan gehoor geeft, kun je je cynische theorie bevestigen, maar als een van hen dat wel doet, zou je die toch kunnen heroverwegen.’
Lees ook: Tim Fransen: ‘Soms heb ik de impuls om mensen op straat te omhelzen’
Factcheck je eigen cynische gevoelens
Als cynisme verband houdt met innerlijke onveiligheid, moet je dan niet eerst daarmee aan de slag? Hoe kun je vrijelijk experimenteren met kleine risico’s wanneer je standaardtoestand een van je bedreigd voelen is? Moeten die pijn en dat onderhuidse lijden niet eerst worden verzacht?
Niet per se, mailt Zaki. ‘We kunnen intern beginnen met het factchecken van onze cynische gevoelens. Cynici hebben de donkere overtuiging dat ze niks aan anderen hebben. Vaak trekken ze die conclusies zonder bewijs. Begin daarom met het nemen van kleine, beheersbare risico’s in alledaagse interacties, zoals het openlijker uiten van je mening in een discussie, of contact opnemen met iemand als je het moeilijk hebt. Elke succesvolle kleine stap verzekert je hersenen ervan dat omgaan met anderen veilig en lonend kan zijn.’
‘De enige manier om erachter te komen of je iemand kunt vertrouwen, is om hem te vertrouwen’
De banden die hierdoor met anderen ontstaan, kunnen volgens hem een veilige basis bieden van waaruit je weer nieuwe risico’s kunt nemen en meer kunt leren. ‘Na verloop van tijd vermindert deze combinatie van kleine risico’s en meer sociale ondersteuning het standaardgevoel van bedreiging, wordt dat vervangen door meer vertrouwen en emotionele veiligheid.’
Het helpt daarbij wel als je iets nederiger wordt over je eigen inschattingsvermogen. ‘Dat geeft meer openheid,’ mailt Zaki. ‘Zoals Ernest Hemingway zei: ‘De enige manier om erachter te komen of je iemand kunt vertrouwen, is om hem te vertrouwen.’’
De ‘andere kant’ is niet zo extreem als we denken
Maar onze medemensen dóén toch ook hopeloze dingen? Op extreemrechtse politici stemmen bijvoorbeeld. Hoe valt er nou iets van die mensen te verwachten? ‘Ik snap natuurlijk de frustratie,’ reageert Zaki, ‘maar om twee redenen is dit eigenlijk niet de juiste houding.’
Anderen afdoen als ‘dom’ of ‘onverbeterlijk’ verdiept volgens hem alleen maar de verdeeldheid en verankert het cynisme. ‘Maar het klopt ook gewoon niet,’ vervolgt hij. ‘Onderzoek toont aan dat, althans in de VS, aanhangers van elke politieke partij enorm overschatten hoe extreem, haatdragend en gewelddadig de ‘andere kant’ werkelijk is.
De media spelen hier ook een rol. Zij laten vaak extreme representanten van onze ‘tegenstanders’ aan het woord, waardoor een vertekend beeld ontstaat.’ Die houding, zo laat hij weten, staat contact met anderen in de weg. ‘Zodra we vermijden om met echte mensen met wie het oneens zijn in contact te komen, verliezen we elke kans om onze aannames te corrigeren of een gemeenschappelijke basis te vinden.’
Ook interessant: Wie anders denkt is gek: de psychologie van polarisatie
Verleg de focus
Probeer frustratie om te zetten in nieuwsgierigheid en empathie, dat is een constructievere aanpak, volgens Zaki. Begin je dingen af te vragen, zoals: welke onderliggende angsten, overtuigingen of behoeften sturen de politieke keuzes van anderen? ‘Proberen hun motivaties te begrijpen is niet hetzelfde als het vergoelijken van schadelijke acties, maar het vermenselijkt degenen met wie we het oneens zijn. Deze verschuiving in perspectief vermindert persoonlijk cynisme en kan kansen creëren voor een zinvolle dialoog en echte verandering.’
Maar hoop omvat natuurlijk meer. Hoe verliezen we bijvoorbeeld ons cynisme over politici die extreem gewelddadige keuzes maken? En hoe krijgen we vertrouwen in de uitkomst van bedreigende fenomenen zoals klimaatverandering en de erosie van democratische rechten?
‘Moeilijke tijden zoals deze maken het lastig om de hoop levend te houden. Dus is het des te belangrijker dat we het proberen’
‘Moeilijke tijden zoals deze maken het lastig om de hoop levend te houden,’ antwoordt Zaki, ‘en het is des te belangrijker dat we het proberen. Cynisme lijkt misschien een voor de hand liggende reactie, maar het verlamt ons. Want als mensen verschrikkelijk zijn, en er niets ten goede kan veranderen, waarom zou je dan moeite doen? En inderdaad, cynici stemmen minder vaak en nemen minder vaak deel aan sociale bewegingen, wat fantastisch is voor mensen aan de macht. Cynisme is een instrument van de status-quo.’
‘Daarentegen,’ stelt hij, ‘staat de geschiedenis van sociale bewegingen over de hele wereld bol van gewone mensen die zich organiseren, onrecht bestrijden, oplossingen bedenken en diep geven om de toekomst. Ze worden gedreven door rechtvaardige verontwaardiging over de gebroken systemen om ons heen en door een blijvende hoop dat velen van ons iets beters willen. Focussen op deze bewegingen, gemeenschappen van verandering of individuen wiens acties ons inspireren, kan ons vermogen in stand houden om zelfs in de donkerste dagen positieve verandering te creëren.’
De Hoopbarometer: Hoe hoopvol zijn we met zijn allen?
Bronnen: Ashley Abramson, Hope as the antidote, American Psychological Association, 2025 / J. Zaki, Hope for cynics. The surprising science of human goodness, Robinson, 2024