Ik geef bijna nooit mijn mening
De vraag
Beste Pieternel,
Uit de test over communicatiestijlen blijkt dat ik op een ‘ondoorgrondelijke golflengte’ zit. In de beschrijving van deze golflengte herken ik mezelf wel. Ik kreeg de tip om ‘vaker mijn mening te geven.’ Maar ik geef mijn mening eigenlijk alleen maar als iemand mij dat vraagt of bij het nemen van een belangrijke beslissing.
Mijn vriendin en ik zijn heel verschillend. Als zij iets vertelt en ik daar een andere visie op heb, dan hou ik mijn mond. Bijvoorbeeld over de opvoeding van haar kind, omdat ik dan denk dat ik daar weinig over mag zeggen. Ik vraag ik me steeds af wanneer je nu wel en wanneer niet je eigen mening kunt geven. Van sommige mensen vind ik dat ze te snel hun mening geven. Ik weet goed wat ik wil en ik ben niet bang voor de mening van de massa, maar iets houdt mij tegen om vaker mijn mening te geven. Wanneer moet je nou wel of per se niet je mening geven?
Vriendelijke groet,
Johanneske
Het advies
Beste Johanneske,
Als eerste: je moet helemaal niet vaker je mening geven. Dat is alleen een goed idee als je merkt dat, in contacten, mensen je niet goed kunnen peilen of je afstandelijk vinden en je dat vervelend vindt. Je kunt dan je mening geven als je denkt dat mensen daar iets aan hebben. Juist aan een andere mening kunnen mensen vaak iets hebben. Je kunt ze er mee op nieuwe ideeën brengen of een ander perspectief geven (zo kun je het ook bekijken).
Breng daarbij je mening niet onbedoeld aanvallend (‘Daar ben ik het helemaal niet mee eens. Je moet juist …’). Beter kun je zeggen: ‘Ik respecteer je mening. Toch zie ik het anders…’. Of breng het als een tip: ‘Heb je er wel eens aan gedacht om ….’ Of: ‘Je zou ook kunnen …’.
Vriendelijke groet
Pieternel Dijkstra