Ga naar inhoud

Scrollen tot je vergaat: 5 vragen over brainrot

Twee jongens die kijken naar video's
Afbeelding: Pexels
leestijd 6 minuten
01 oktober 2025
Een haai op sneakers of een kopje cappuccino als ballerina: absurde filmpjes overspoelen social media. Brainrot worden ze genoemd. Maar wat is het? En is het echt zo schadelijk?

In 2024 werd ‘brainrot’ uitgeroepen tot woord van het jaar door de Oxford English Dictionary. De betekenis: ‘De veronderstelde achteruitgang van iemands denken of verstand, door overconsumptie van oppervlakkig of onbenullig online materiaal.’

Volgens deze definitie gaat het om het effect van bepaald gedrag: dommer worden door uren te scrollen door onzinvideo’s. In dezelfde periode ontstond op social media een specifiek video-genre onder dezelfde naam.

Wat zijn brainrot-video’s?

Volgens Idil Galip, docent nieuwe media en digitale cultuur aan de universiteit van Amsterdam, en aan het woord in een college ‘The Science of Brainrot’, is brainrot een specifiek type meme. Het gaat om korte, absurde, vaak AI-gegenereerde filmpjes met meestal een antropomorfe hoofdpersoon: half-dier-half-mens of half-dier-half-object. Bijvoorbeeld Jezus in de vorm van een garnaal of een krokodil in de vorm van een ananas. Ze zijn gemaakt om viraal te gaan en snel te consumeren, aldus Galip.

Brainrot is dus zowel een gedraging of verschijnsel als een video-genre. En ook bij de gedraging draait het om korte, absurde, AI-gegenereerde filmpjes. Deze domineren social media op dit moment.

Wat maakt brainrot leuk?

Als je weleens een brainrot-filmpje hebt gezien, bestaat de kans dat je je afvraagt wat er in hemelsnaam leuk aan is. Volgens Galip geeft het begrijpen van een meme, zoals een brainrot-video, het gevoel dat je erbij hoort. Je bent dan onderdeel van de ingroup. Als je het niet begrijpt, vind je het irrelevant of voel je je vervreemd. Ze voegt daaraan toe dat brainrot een reactie is op de wereldproblematiek. Door alles wat er speelt in de wereld, hebben we volgens haar behoefte aan absurde lol.

Wouter van den Bos is universitair hoofddocent aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de universiteit van Amsterdam en directeur van het Connected Minds Lab en was ook aan het woord in het college ‘The Science of Brainrot’. Volgens hem is ons brein ‘geprogrammeerd’ om het leuk te vinden, en is brainrot te vergelijken met een fastfood-dieet vol suiker, zout en vet.

Lees ook: Jonathan Haidt over de impact van smartphonegebruik op kinderen

De suiker staat voor verrassing en nieuwigheid. Elke video belooft iets onverwachts, zoals een kippenbout die bij aansnijden een cake blijkt te zijn. Volgens de theorie van predictieve codering is het brein een voorspellingsmachine. Elke verrassing of nieuwigheid betekent dat er iets te leren valt. Een verrassing is een soort intrinsieke beloning voor de hersenen omdat het systeem iets op het spoor is. En dat hackt als het ware je brein, aldus Van den Bos.

Het zout staat voor cringe en leedvermaak. Denk aan bloopers zoals mislukte beauty tutorials en andere awkward momenten. Het vet staat voor esthetisch escapisme: content die visueel of auditief bevredigend is. Denk hierbij aan video’s waarin zeep wordt gesneden of aan ASMR-geluiden zoals fluisteren of met nagels tikken op een microfoon. Ook daar blijf je volgens Van den Bos graag naar kijken.

Wat maakt het zo verslavend?

Volgens Van den Bos gaat het om het ‘houden van’ en het ‘willen van’ het brein. Hij vergelijkt het met houden van koekjes: ‘Als je van koekjes houdt, dan kun je er best veel eten. Maar op een gegeven moment zit je vol en hoef je geen koekjes meer – zo werkt ons systeem. Lang geleden ontdekten psychologen echter hoe je het willende brein zo kunt hacken dat het nog steeds koekjes wil blijven eten.’

Daarvoor wordt de variabele beloningsverhouding gebruikt. Die werkt volgens Van den Bos als volgt: je geeft iemand soms wel een koekje, soms niet, soms een grote, soms een kleine. Mensen blijven daardoor gemotiveerd. Datzelfde principe wordt toegepast in klassieke gokkasten. En het werkt ook zo in algoritmes: je krijgt niet altijd de beste video’s te zien, zelfs niet als het algoritme weet waar je het liefst naar kijkt. Het wordt op zo’n manier verspreid dat je door blijft scrollen en zoeken.

Op een gegeven moment blijft je brein maar video’s willen consumeren. Het is moeilijk om er niet meer naar te kijken, ook al vind je het niet leuk, aldus Van den Bos.

Lees ook: Waarom sociale media verslavend werken – en hoe je ervan afkickt

Heeft brainrot invloed op je brein?

Volgens Van den Bos heeft brainrot wel degelijk invloed op het brein – al gaan de hersenen er niet letterlijk van rotten, zoals suiker je tanden aantast. Het gevaar schuilt niet zozeer in de inhoud van een enkele video, maar in het overmatig consumeren van dit soort snelle content.

Het brein van jongeren is immers volop in ontwikkeling. Bij de geboorte zijn de meeste neuronen al aanwezig, maar de verbindingen tussen die zenuwcellen moeten zich nog vormen. Daarbij spelen grijze en witte stof in de hersenen een belangrijke rol. Samen zorgen die stofjes ervoor dat de verschillende delen van het brein met elkaar in contact staan en dat de verbindingen tussen neuronen goed werken, zegt Van den Bos.

Lees ook: Smartphonevrij opvoeden: ‘Schermtijd gaat ten koste van spelen en fouten maken’

De ontwikkeling van deze hersenverbindingen hangt sterk af van omgeving en van gedrag. Jongeren die veel tijd doorbrengen op social media ervaren volgens Van den Bos vaak tijdverdringing: het scrollen verdringt activiteiten die juist goed zijn voor het brein, zoals sociaal contact in het echte leven, voldoende slaap en fysieke activiteit. Vooral dat laatste is cruciaal: beweging stimuleert de aanmaak van nieuwe neuronen en versterkt het leervermogen.

Overmatig passief scrollen, zoals door brainrot-video’s, kan de ontwikkeling van zowel de grijze als witte stof negatief beïnvloeden. Dat betekent minder goede verbindingen in het brein, met gevolgen voor onder andere ons geheugen, onze creativiteit en ons welzijn.

Moeten we ons zorgen maken?

Helemaal panikeren hoeft volgens Van den Bos niet. Op latere leeftijd kunnen we nog steeds nieuwe hersenverbindingen maken, het is alleen lastiger.

Het is niet voor het eerst dat er morele paniek is ontstaan over media-uitingen. Maar bij brainrot is er wel een verschil, zegt Van den Bos: de combinatie met algoritmes maakt het gevaar van tijdverdringing groter.

Al lijkt brainrot een fenomeen van nu, in 1854 schreef Henry David Thoreau al over ‘brain-rot’. In zijn tijd waren het de machines en andere technologische veranderingen die mensen gedachteloos maakten; nu zijn het schermen en scrollende duimen. En wie weet hebben we over een paar decennia wel weer een nieuwe vorm van brainrot.

Ook interessant: ‘Betrek je kind bij afspraken over schermtijd’

Wat kun je doen om te ontsnappen aan tijdverdringing?

Veel apps zijn niet ontworpen om je te helpen. Het wordt je niet makkelijk gemaakt om een app te verlaten. Wat kan je toch doen volgens Van den Bos?

  • Creëer frictie tussen jou en de app: stel timers in of leg je telefoon bewust weg.
  • Als je heel rigoreus wilt zijn: verwijder de app.
  • Begeleid kinderen en jongeren bij hun schermtijd.

Meer lezen over dit thema?