Ruim zes op de tien vrouwen en twee op de tien mannen hebben met seksueel grensoverschrijdend gedrag te maken gehad; van vervelende opmerkingen tot ongewenste aanrakingen en seks tegen je wil.
Maar met deze cijfers is wel iets vreemds aan de hand: slechts een op de tien mensen denkt zélf grensoverschrijdend gedrag te hebben vertoond, blijkt uit de Publieksmonitor 2025 van onderzoeksbureau Ipsos. Hoe valt dat met elkaar te rijmen?

We hebben allemaal een blinde vlek voor ons eigen gedrag

Gedragspsycholoog Roos Dohmen houdt zich bezig met ‘de psychologie van ongewenst gedrag’. Ze geeft lezingen over het onderwerp, en bij bedrijven begeleidt ze trajecten om de bedrijfscultuur te veranderen.
Zij kan de discrepantie in de cijfers wel verklaren. ‘De mensen die grensoverschrijdend gedrag vertonen, hebben vaker een machtspositie. Wie eenmaal in zo’n positie is, ontwikkelt een blinde vlek voor zijn of haar eigen fouten.’
Eigenlijk hebben we allemaal die blinde vlek voor ons ­eigen gedrag en denken; we bekijken onszelf onbewust graag op een positieve manier en zien onszelf door cognitieve dissonantie dus niet als een grensoverschrijder. Maar dat wordt sterker als iemand vanuit zijn omgeving weinig tegengas krijgt, geen feedback op negatief gedrag – iets wat bij mensen in een leidinggevende positie vaak speelt. ‘Slachtoffers durven de stap niet te zetten om iets te zeggen over foute opmerkingen, of ongewenste aanrakingen. Daardoor krijgt een dader geen spiegel voorgehouden.’

Bewustzijn creëert weerstand

In de publieksmonitor komt ook naar voren dat er meer bewustzijn is over seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar tegelijkertijd vinden mensen het aanspreken van anderen hierop juist lastiger dan voorheen.

Waarom we niet ingrijpen bij grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer 

Waarom we niet ingrijpen bij grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer 

Er is de laatste jaren meer aandacht voor grensoverschrijdend gedrag. Ook op het werk kan dat voorko...

Lees verder

Roos Dohmen: ‘Ik zie dat ook bij de bedrijven waar ik over de vloer kom. Je zou denken dat door meer bewustzijn meer openheid ontstaat, maar het kan ook tot krampachtigheid leiden, omdat er weerstand is ontstaan.

Reactance noemen we dat in de psychologie, een soort tegenbeweging. MeToo-zaken die in het nieuws zijn geweest, gaan vaak over mannen in een machtspositie. Die groep, mensen met een hogere functie, zijn het groeiende bewustzijn als een beperking van hun vrijheid gaan zien.

‘Je mag ook niks meer zeggen tegenwoordig’ – dat idee. En dat ventileren ze vaak ook. Als je bij een bedrijf werkt waar leidinggevenden er zo ­instaan, durf je er niet snel iets van te zeggen wanneer iemand iets doet wat je niet vindt kunnen. En zo word je dan – ongewild – een ­omstander die erbij staat, maar niks doet.’

Hoe doorbreek je de weerstand?

Gelukkig is er een manier om de verkramping te doorbreken. ‘In de praktijk zie ik, en het blijkt ook uit onderzoeken, dat een growth mindset beschermend werkt. Als je ergens werkt of studeert waar de norm is dat je kleine fouten toegeeft en aankaart, om ervan te leren, is de openheid over zwaardere fouten ook groter.

Gisèle Pelicot doorbreekt het taboe: waarom de meeste slachtoffers zwijgen over verkrachting

Gisèle Pelicot doorbreekt het taboe: waarom de meeste slachtoffers zwijgen over verkrachting

Gisèle Pelicot werd verkracht door haar eigen man en tientallen anderen. De rechtszaak vond op haar...

Lees verder

De hele cultuur is dan meer open, waardoor fouten erkennen makkelijker wordt en de ‘omstanders’ zich wél veilig voelen om er iets van te zeggen – en zo in te grijpen.’