Je kop in het zand steken bij stress: wanneer werkt dat?

Waugh verdiepte zich een aantal jaar geleden samen met een student in copingonderzoek, dus in hoe mensen omgaan met stress en problemen. Het viel ze op dat onderzoekers vaak suggereren dat het beter is om je problemen aan te pakken dan om er afstand van te nemen, zo schrijft hij in Greater Good Magazine.
(Dis)engagement coping
Je kunt op twee manieren omgaan met een stressfactor. De eerste manier heet engagement coping, waarbij je probeert om te gaan met een stressfactor door er actief aan te denken of er iets aan te doen. Als je bijvoorbeeld ruzie krijgt met een vriendin, kun je er met haar over praten of proberen de zaken vanuit haar perspectief te bekijken.
De tweede manier is disengagement coping, waarbij je juist niet aan de stressfactor probeert te denken of iets anders gaat doen, zoals een grappige film kijken na een ruzie om je gedachten te verzetten.
Bestaand copingonderzoek laat volgens Waugh vooral zien dat je het beste engagement coping kunt inzetten.
Zo ook het onderzoek van Maria Dijkstra, universitair docent aan de Faculteit Sociale Wetenschappen en Geesteswetenschappen en Organisatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam en Astrid Homan, hoogleraar aan de Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Uit dit onderzoek blijkt dat mensen die actief met hun problemen omgaan, zich meer in controle voelen en daardoor beter in hun vel zitten. Wie problemen vermijdt of passief reageert, voelt zich juist machtelozer en minder goed.
Waugh onderzocht hoe en wanneer disengagement coping toch ook effectief kan zijn.
In welke situaties is disengagement coping effectief?
Hoe effectief het is om weg te lopen van een stressvolle situatie, hangt volgens Waugh sterk af van je intentie. Loop je weg om later terug te keren en het probleem aan te pakken wanneer je beter bent voorbereid, of negeer je de situatie en hoop je dat het vanzelf verdwijnt? Het ontvluchten van een stressvolle situatie kan helpen, zolang je de stressfactor uiteindelijk wel weer onder ogen ziet, aldus Waugh. Je mag dus je kop in het zand steken, als je hem er daarna maar wel weer een keer uithaalt.
Volgens Waugh werkt disengagement coping in de volgende situaties:
Situatie 1: Als de stress te groot is
Waugh vergelijkt copingmechanismen met een emmer water. Sommige stressvolle situaties zijn zó intens dat een emmer water bij wijze van spreken het vuur niet kan doven. Op die momenten kan het beter zijn om even afstand te nemen, het overzicht te krijgen en later te bedenken hoe je de situatie aanpakt. Je moet het vuur eerst een beetje laten uitdoven voordat je het probeert te blussen.
Onderzoek laat zien dat op momenten van intense-stress-situaties een pauze nemen nuttig kan zijn. Bijvoorbeeld na grote rampen, zoals tsunami’s of aardbevingen, voelen overlevenden zich beter wanneer ze zich even richten op sport, theater of andere activiteiten, in plaats van constant te piekeren over hoe ze hun leven weer kunnen opbouwen.
Dit geldt ook voor dagelijkse stressoren. Een reeks studies laat zien dat wanneer de stress overweldigend is, onze intuïtie ons terecht vertelt dat we even afstand moeten nemen.
Lees ook: Omgaan met problemen: zo kies je de beste copingstijl
Situatie 2: Als het probleem (nu niet) kan worden opgelost
Wanneer een probleem niet direct oplosbaar is, is de disengagement coping methode ook effectief. Waugh onderzocht samen met andere onderzoekers in het Emotional Adaptation and Psychophysiology Lab aan de Wake Forest University welk effect deze methode had tijdens een onverwachte wereldwijde gebeurtenis: de COVID-19-pandemie. Tijdens het begin van de pandemie, toen mensen weinig controle hadden, merkten de onderzoekers dat deelnemers die zich afleidden van de stressvolle situatie zich positiever voelden, minder angstig waren en meer controle ervoeren.
Situatie 3: Als de stress aanhoudt
Soms is een stressor niet per se intens, maar chronisch. De stressor blijft maar doorgaan en put ons uit. Door afstand te nemen van een chronische stressfactor, kunnen mensen hun energiereservoir aanvullen.
Om dit te onderzoeken, voerde Waughs lab een onderzoek uit onder verzorgers van kinderen met chronische ziekten. Deze verzorgers moeten constant zorgen voor de gezondheid en het welzijn van hun kind, doktersafspraken maken en hun medicatie bijhouden, terwijl ze niet weten hoe lang de ziekte zal duren. Ze werden gevraagd naar stressvolle situaties die verband hielden met de zorg en in hoeverre ze gebruikmaakten van disengagement coping om daarmee om te gaan.
Uit het onderzoek bleek dat verzorgers die afleiding gebruikten, een hoger welzijn en minder stress en depressie rapporteerden. Interessant genoeg hielp een pauze nemen niet alleen de verzorgers, maar leek het ook de tijd die ze met hun kind doorbrachten te verbeteren.
Wil je aan de slag met je stress? Volg onze training ‘kalmeer je lichaam, kalmeer je geest’
Hoe kan je disengagement coping zelf toepassen?
Waugh zegt daarover het volgende:
- Probeer eerst te ontspannen. Vraag jezelf af: Kan ik iets doen om dit op te lossen? Helpt het om anders te denken? Zo ja, doe dat dan.
- Maar als ontspannen niet helpt, te moeilijk is of energie kost die je niet hebt, geef jezelf dan toestemming om te ontspannen.
- Leid jezelf af door iets echt positiefs te doen. Je kunt proberen afleiding te zoeken door je boekenplanken te ordenen, maar het is beter om iets te doen waar je echt een goed humeur van krijgt.
- Doe het met de juiste intenties. Herinner jezelf eraan dat je je problemen niet voor altijd negeert. Je neemt een strategische pauze om uit te rusten en op te laden.