Vraag Sander Koole, hoogleraar psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, naar volwassenen die met een knuffel slapen, en hij denkt meteen aan een sketch van Jiskefet. Daarin gaat Edgar, een wat sullige man, met zijn knuffelkonijn naar kantoor. Zijn collega’s pesten hem er meedogenloos mee. “Dat,” zegt Koole, “is heel typerend voor het stigma dat aan knuffels kleeft. Het wordt gezien als iets dat je hoort af te leren zodra je volwassen bent.”
Toch kiezen veel mensen ervoor om hun teddybeer te houden – niet uit onvolwassenheid, maar omdat het iets wezenlijks biedt.
Knuffels zijn niet alleen voor kinderen
In de ontwikkelingspsychologie wordt een knuffel vaak gezien als een transitioneel object – een voorwerp dat kinderen helpt de overstap te maken van afhankelijkheid naar zelfstandigheid.
Volgens die gedachte hoort de knuffel tijdelijk te zijn. Maar in de praktijk houden veel mensen hun beer juist jarenlang bij zich.
“Zo’n knuffel kan een verlengstuk van jezelf worden,” zegt GZ-psycholoog en somnoloog Arina de Vries. “Het roept herinneringen op aan veiligheid, thuiskomen, troost. Dat verandert niet zomaar.”
Knuffels als bron van troost en veiligheid
Vooral ’s nachts grijpen mensen naar hun knuffel. Dat is evolutionair gezien logisch: de slaap is het moment waarop we ons het meest kwetsbaar voelen.
“Vroeger sliepen we in groepen,” zegt De Vries. “Tegenwoordig slapen veel mensen alleen – maar ons brein heeft zich daar nog niet op aangepast.” Een teddybeer kan dan het gevoel van nabijheid vervangen.
Ook is een knuffel vaak emotioneel geladen. “Voor veel mensen is het niet zomaar een pluche object, maar iets dat met je meegroeit,” zegt De Vries. “Een beer van vroeger kan aanvoelen als onderdeel van jezelf.”
Onderzoekers uit Montpellier concludeerden in 2022 dat een teddybeer ‘in elke levensfase’ troost kan bieden. Niet de vorm, maar de emotionele band is bepalend.
Een knuffel kalmeert lichaam én geest
Volgens Koole is het effect van een knuffel biologisch verklaarbaar. “Onze huid bevat speciale receptoren die sterk reageren op zachte aanraking. Dat zorgt voor een directe emotionele reactie.”
Bij aanraking komen onder andere dopamine en oxytocine vrij – stoffen die ons kalmeren en een gevoel van verbondenheid geven. Dat geldt ook voor zachte materialen zoals pluche.
Koole deed in 2013 een studie waarin mensen gevraagd werd een teddybeer te beoordelen. In werkelijkheid werd gekeken naar hoe de aanraking hen beïnvloedde. “Vooral mensen met een angstige hechtingsstijl voelden zich rustiger na het vasthouden van de beer.”
In een ander experiment kregen mensen zachte of ruwe stoffen in handen. Deelnemers die zachte materialen aanraakten, gaven later aan zich beter te voelen dan de anderen.
Wanneer is het problematisch?
De enige situatie waarin een knuffel problematisch wordt, is als je er niet zonder kunt functioneren. Bijvoorbeeld als het relaties belemmert, of je niet de deur uit kunt zonder.
“Maar zulke gevallen zijn echt zeldzaam,” zegt De Vries. In de meeste gevallen helpt een knuffel juist bij zelfregulatie: het vermogen om jezelf gerust te stellen zonder een ander nodig te hebben.
Eigen troost in eigen handen
Koole vindt het tijd om het stigma los te laten. “Een knuffel geeft je troost zonder dat je afhankelijk bent van een ander persoon.”
En misschien is dat wel de grootste kracht van een teddybeer: hij is zacht, vertrouwd – en wijst je nooit af.