Het hebben van ultraconservatief gedachtegoed, het aanhangen van vrouwonvriendelijke influencers, of weigeren om over een regenboogzebrapad te lopen: het aantal mensen met extreme opvattingen is de afgelopen jaren sterk gestegen. En het blijft niet bij opvattingen alleen. Ook extremistische groepen zien hun aanhang groeien. Zo is de alt-right beweging snel gegroeid en ook vrouwonvriendelijke online groepen worden steeds groter.
Het proces waarin iemand binnen een relatief kort tijdsbestek steeds extremer gedachtegoed aanhangt dat volledig afwijkt van de norm, heet radicalisering. Denk bijvoorbeeld aan het aanhangen van complottheorieën of het hebben van racistische denkbeelden. De afgelopen jaren is radicalisering in vrijwel alle westerse landen toegenomen. Zo gaf het Vlaamse Gemeenschapsonderwijs in 2023 aan dat de meldingen van radicalisering zijn gestegen van drie tot vier meldingen per jaar, naar drie tot vier meldingen per dag sinds 2018. Vooral onder jongens tussen de 16 en 24 jaar komt radicalisering veel voor.
Wat radicalisering wel en niet is
Wat goed is om te weten, is dat niet alles zomaar onder radicalisering geschaard kan worden. Kees van den Bos, hoogleraar sociale psychologie aan de Universiteit van Utrecht en auteur van het boek ‘Waarom mensen radicaliseren’, legt dit uit. “Een heftige opmerking is niet direct een teken dat iemand radicaliseert. Als je zoon bijvoorbeeld aan tafel roept dat vrouwen aan het aanrecht thuishoren, hoeft dit niet direct te betekenen dat hij geradicaliseerd is. Dat kan ook stoerdoenerij zijn. Pas als je merkt dat hij echt serieuze seksistische ideeën zou hebben die steeds extremer worden, dan heb je te maken met radicalisering. Dat onderscheid merk je vaak wel omdat je bij radicalisering een persoon echt ziet veranderen. Wat ook kenmerkend is voor geradicaliseerde mensen, is dat ze heel stellig zijn in hun overtuigingen en jouw tegenargumenten niet zullen aannemen. Ze hebben hele zwart-witte oplossingen voor ingewikkelde problemen en zien dat als de absolute waarheid.”
De invloed van sociale media
Radicalisering is geen nieuw verschijnsel, maar sinds de komst van sociale media heeft het een vlucht genomen. Voelden mensen zich voorheen vaker alleen staan in hun gevoel van onvrede, kan iedereen tegenwoordig online heel gemakkelijk gelijkgestemden vinden. Hierdoor krijgen mensen het idee dat wat zij voelen de realiteit is. Er wordt dan bijvoorbeeld gedacht: als iedereen vindt dat de politiek corrupt is, dan zal dat toch wel kloppen? Daarnaast kunnen algoritmes ervoor zorgen dat je in een bubbel terechtkomt. Je belandt in een hoekje van het internet, waar steeds dezelfde meningen te horen zijn. Daardoor wordt dus constant het (nieuwe) gedachtegoed bevestigt.
Wat kun je eraan doen?
Om te weten wat je kunt doen tegen radicalisering, helpt het om te kijken naar de redenen waarom mensen radicaliseren. Eén van de belangrijkste redenen, vooral onder jongeren, is dat ze op zoek zijn naar hun sociale identiteit. Je wilt je ergens thuis voelen en ergens bij horen. Dat kan een reden zijn voor iemand om zich aan te sluiten bij een extreme groep, maar het kan ook een middel zijn om iemand te helpen deradicaliseren. Het werkt namelijk heel goed om duidelijk te maken dat iemand die geradicaliseerd is, ook aansluiting kan vinden bij vrienden of familie. Dat vermindert de aantrekkingskracht van zo’n groep.
Toch is dat in de praktijk best lastig, vertelt van den Bos. “Het kan heel pijnlijk zijn om te zien hoe iemand die dichtbij je staat zo drastisch verandert. Het voelt dan misschien alsof je diegene kwijtraakt. Daarnaast kunnen heftige opmerkingen die gemaakt worden je ook kwetsen. Als dat gebeurt is het belangrijk om een grens te trekken. Dan kun je best aangeven dat je niet wilt dat diegene dat soort dingen zegt waar jij bij bent en dat jullie beter gespreksonderwerpen kunnen vermijden waar jullie het oneens over zijn.”
Deradicalisering
Het allerbeste scenario voor de omgeving van iemand die geradicaliseerd is, is natuurlijk dat diegene weer deradicaliseert. In sommige gevallen gebeurt dat vanzelf, volgens Kees van den Bos. “Je kunt radicalisering een beetje vergelijken met een verliefdheid. In het begin zie je alleen de mooie kanten van de groep waarbij je je hebt aangesloten en heb je het gevoel dat dit dé oplossing is voor alles. Na een tijdje gaan geradicaliseerde mensen soms toch inzien dat het hen niet echt verder helpt of dat er toch gaten zitten in de logica van het gedachtegoed. Daardoor zie je dat ze uit zichzelf minder betrokken worden bij de groep. Vervolgens staan ze er dan ook weer voor open om toenadering te zoeken tot de vorige groep waar ze bij aangesloten waren: vrienden en familie. Wanneer die banden niet zijn doorgesneden maakt dat deradicalisering gemakkelijker.”
Helaas is het niet altijd mogelijk om het proces van radicalisering te stoppen. Iemand kan dan steeds extremer gedachtegoed ontwikkelen en in uitzonderlijke gevallen zelfs gewelddadig worden. Als dat gebeurt, is het soms beter om wegen te scheiden. “In sommige gevallen moet je afstand nemen en kiezen voor wat juist is, jouw eigen welzijn en veiligheid. Wel is het goed om daarbij aan te geven dat deze persoon weer welkom is wanneer diegene niet meer zulk extreem gedachtegoed aanhangt. Zo houd je de deur voor deradicalisering op een kier.”
Auteur: Luuke Raaijmakers
Beeld: Getty Images