Wil ik wel af van mijn dwangmatige gedrag?
De vraag
Beste heer Wijnberg,
Soms zegt men tegen een persoon die dwangmatige handelingen heeft (bijvoorbeeld de neiging dwangmatig schoon te maken bij het zien van vuil) dat hij moet proberen dat schoonmaakgedrag af te bouwen.
Je kan dan wel tegen jezelf zeggen ‘Nu laat ik het liggen ook al ligt er een vuiltje…’ – maar het gevoel zit dan toch nog niet mee. Van binnen voelt dat laten liggen dan niet goed aan en is er een innerlijk gevecht.
Wat is nu het minst schadelijk, dat poetsen bij het minste vuiltje en je daarna voldaan voelen of het niet doen en met een onvoldaan gevoel achterblijven?
Groet,
Tinne
Het advies
Beste Tinne,
Die persoon tegen wie ‘men’ dat zegt, ben jij. Neem ik aan. Het klinkt ook alsof je al goede professionele adviezen heb gehad voor je poetsdrang, maar dat je je daar toch ongelukkig bij voelt. Zo zie je maar.
De experts kunnen wel de correcte antwoorden geven, maar dat hoeft niet het geluksgevoel te bevorderen. Overigens, de snoeperd weet zelf ook wel dat het ‘beter’ is om niet aan de verleiding toe te geven om weer een gebakje te eten, maar het gebakje laten staan geeft tegelijkertijd een ongelukkig gevoel. De beloning van zelfbeheersing is alleen maar te ervaren op lange termijn. En daar hebben de meeste mensen geen geduld voor. En dat begrijp ik …. zo zijn mensen.
Daarom zeg ik tegen jou als provocatieve therapeut: leef je uit in het poetsen, ga erin op, ga uit je dak en denk: wat zijn andere mensen toch slordig en vies in vergelijking met mij. Geniet van de glimmende spullen en neem in ieder geval geen hond of man in huis. Want, dan blijf je aan het schoonmaken… hoewel dat misschien ook weer een ultieme uitdaging is.
Risico is alleen dat je de dieren en mensen het huis uitpoetst en je dan weer ongelukkig voelt omdat je alleen nog maar je poetsdoek hebt. Schadelijk is veel poetsen overigens alleen als je er ook nog drie banen naast heb – want dan kom je nooit aan wat welverdiende rust toe. Heb je niet zoveel te doen, dan is poetsen altijd een goed alternatief.
Met vriendelijke groet en een gemeende knipoog,
Jeffrey Wijnberg