Hormoontherapie heeft in Nederland lang een slechte naam gehad. Zijn we te terughoudend?

Dorenda van Dijken: ā€˜Hormoontherapie heeft nog steeds de naam dat je er borstkanker van krijgt. Ten onrechte. Dat idee is afkomstig van Amerikaans onderzoek uit 2002.

Maar er valt nogal wat af te dingen op dat onderzoek, want dat ging over andere medicatie en een groep veel oudere vrouwen. Bovendien hebben we ervan geleerd.

We werken met lagere doseringen, veiliger soorten progestageen en we geven minder lang hormonen. Van iedere vrouw maken we een risicoprofiel: alcoholgebruik, roken, overgewicht, genetische belasting voor onder meer borstkanker, osteoporose en hart- en vaatziekten.

Bij een hoog risico zijn we zeer terughoudend. Niet iedereen moet maar aan de hormoontherapie, maar voor vrouwen met ernstige klachten is het een uitkomst. In mijn spreekkamer hoor ik soms: ā€œIk heb tien verschrikkelijke jaren achter de rug.ā€ Dat was dus niet nodig geweest.’

Zijn er nog andere fabels over de overgang?

ā€˜Dat je seksleven is afgelopen na de overgang. Dat is echt niet waar. Fysiek verandert er wel het een en ander. Voor de overgang geeft de huid binnenin de vagina altijd wat afscheiding, dat smeert een beetje mee bij het vrijen.

Na de menopauze wordt de huid dunner en heb je bijna geen afscheiding meer. Dan moeten vrouwen opeens echt voldoende zin hebben. Bovendien duurt het wat langer om fysiek opgewonden te raken, want de doorbloeding van je vagina, clitoris en schaamlippen is minder.

De menopauze betekent dus vooral dat het niet meer vanzelf gaat. Met seksuoloog Ellen Laan hebben we onderzoek gedaan naar seks voor en na de overgang.

Daaruit bleek dat bij 80 tot 90 procent van de vrouwen die aangaven na de menopauze een slecht seksleven te hebben, het daarvoor ook al niet goed was. Vrouwen die veel klachten ervaren, hebben soms om die reden een periode minder zin in seks.

Maar er zijn ook veel vrouwen die juist betere seks hebben, omdat ze niet meer menstrueren en de kinderen de deur uit zijn en ze dus seks kunnen hebben wanneer ze willen.’

Kun je erachter komen of je in de overgang bent en hoever?

ā€˜Er wordt vaak gedacht dat bloedonderzoek kan aantonen of je in de overgang bent, waar je staat en hoelang je nog moet. Helaas: dat kan niet.

Het enige houvast is dat overgangsklachten gemiddeld twee tot tien jaar duren. Heb je al klachten voor je laatste menstruatie, dan ga je eerder richting de tien jaar en beginnen ze na de menopauze, dan heb je waarschijnlijk kortdurend klachten.’

Heeft je mindset invloed op hoe hevig de klachten zijn?

ā€˜Nee, maar je kunt wel leren om beter met de klachten om te gaan. Als je je niet druk maakt over opvliegers heb je er minder last van.

Vooral bij vrouwen met stress- en stemmingsklachten rond de overgang kan cognitieve gedragstherapie effectief zijn. En voor wie kampt met geheugenproblemen en bang is beginnende alzheimer te hebben, helpt het om te weten datĀ brainfogĀ en alzheimer twee heel verschillende dingen zijn.

Verder zijn er veel trucjes die goed werken: draag laagjes, maak lijstjes en doe ƩƩn ding tegelijk.’

Ik ken vrouwen die zich na de menopauze beter voelen dan ooit. Stabieler, zelfverzekerder. Gloort er een beloning?

ā€˜Dat ligt er erg aan hoe je daarmee omgaat. De menopauze is een kantelpunt: je komt in ƩƩn klap in een volgende levensfase. Vrouwen worden denk ik veel harder geconfronteerd met het verouderingsproces dan mannen.

Ik ken vrouwen die ouder worden heel lastig vinden. Dus, het klinkt soft, maar er hoort ook acceptatie bij. Als je daartoe in staat bent, kan de menopauze ook veel moois brengen. Sommige vrouwen zijn heel blij dat ze niet meer menstrueren en geen hormonale schommelingen meer hebben.

En vaak hebben ze jarenlang intensief voor anderen gezorgd en denken: en nu ik. Ze kiezen voor dingen die zij leuk vinden, beginnen een bedrijf of beĆ«indigen hun slechte relatie. De overgang kan een bevrijding zijn.’

Meer lezen? Lees het uitgebreide artikel van 30 Maart 2023.