Ga naar inhoud

Column Jean-Pierre van de Ven: Uitzoeken

Jean-Pierre-van-de-Ven
leestijd 3 minuten
Artikel Update: 23 juli 2024. (Publicatie: 04 juli 2024)
Jean-Pierre van de Ven is relatietherapeut en geeft elke maand een inkijkje in zijn praktijk.

Mieke woont ‘tijdelijk’ bij haar moeder. Dat wil ze ‘om allerlei redenen’ niet, maar ‘thuisblijven is ook geen optie’. Jan kijkt ongelukkig als ze dat zegt.

‘Waarom is dat geen optie?’ Soms vragen wij therapeuten naar de bekende weg om te kijken hoe bekend die weg eigenlijk is. Mieke reageert defensief. Er zijn spanningen thuis, zegt ze. Ze kan het Jan niet aandoen om te moeten dealen met die spanningen en met haar twijfels.

‘Twijfels horen bij de liefde zoals onkruid bij een moestuin. Als je Jan niet laat delen in je twijfels, duw je hem in feite uit je leven.’
Mieke kijkt bedenkelijk. ‘Ik heb tijd nodig voor mezelf,’ zegt ze kortaf.
‘Waar heb je die tijd voor nodig?’ Ik weet dat ik vervelend ben, maar het moet.
‘Nadenken. Met m’n vriendinnen praten.’
‘En met hém, zeker,’ zegt Jan.
‘Ja, ook. We willen uitzoeken wat we hebben.’
‘Wé,’ zegt Jan. Het klinkt alsof hij overgeeft.

Mieke laat het gaan. Dat is vooruitgang, aangezien zij en Jan de neiging hadden om continu met elkaar te bekvechten. Ze heeft geleerd om op dit soort momenten even te pauzeren. Helaas gaat ze vervolgens wel met mij het gevecht aan.

‘Dus jij vindt dat ik thuis moet blijven? In die moestuin van je?’ zegt ze strijdlustig. ‘Moet ik Jan soms aan hem voorstellen?’

‘Ik zeg niet dat je thuis moet blijven en ook niet dat Jan hem moet ontmoeten. Ik zeg alleen dat de prognose voor jullie relatie slechter wordt als je afstand neemt. Een van de pijlers onder een duurzame relatie is tijd. Tijd die je samen doorbrengt, welteverstaan.’

‘Ja, da’s logisch,’ zegt Mieke. ‘Maar ja, als ik thuis zit, verlang ik naar hem en als ik bij hem ben, wil ik naar huis. Wat moet ik doen?’

‘Kijk, nu deel je al meer twijfels dan zo-even. Dat is prima. Jan, wat denk je als je dit hoort?’
‘Ik hoor jou zeggen dat de prognose slechter wordt door wat Mieke aan het doen is. Die komt hard binnen.’
‘Zeg dat nou eens tegen Mieke.’

Jan kijkt haar aan. Ineens staan zijn ogen vol tranen. ‘Ik wil deze spelletjes niet. Ik wil je niet kwijt.’
‘Hè, Jan, dit gesprek hebben we al zo vaak gehad. Je weet dat ik thuis zou blijven als het kon. Maar ik moet dit echt uitzoeken.’

‘Je gaat dus bij me weg.’
‘Jan…’ Mieke schuift heen en weer op de bank. Ze zet haar tas alvast op schoot.
‘Nee, dit gesprek hebben we nog niet gehad,’ zegt Jan dan, ineens fel. ‘Ik wil het niet. Ik wil niet dat je bij je moeder slaapt. Ik wil hem niet.’
‘Dus…?’ Er klinkt verachting in Miekes stem.
‘Dus wát?’ Jan klinkt strijdlustig, maar bij het laatste woordje breekt zijn stem. Opnieuw zijn er tranen. Het afscheid is pijnlijk stil. Ze maken geen nieuwe afspraak. Het onkruid heeft de moestuin overwoekerd.

Meer lezen over dit thema?
^