Ga naar inhoud

‘Mijn man deed de depressie, ik deed de rest’

Depressieve man
leestijd 10 minuten
Artikel Update: 03 december 2025. (Publicatie: 13 januari 2022)
Als je partner depressief is, trekt dat vaak een zware wissel op de relatie. Hoe kun je er voor de ander zijn, zonder er zelf aan onderdoor te gaan?

Zijn eerste depressie kreeg Fleurs man Eric (41) toen ze net een tweede kind hadden gekregen, bijna drie jaar geleden. Hij was voortdurend moe, zonderde zich thuis af en werd snel boos.

Er kwam niets uit zijn handen, dus alles kwam op Fleur neer. Van de huisarts kreeg hij antidepressiva en na een paar maanden kon hij terecht bij de psycholoog. Maar daarmee was de depressie niet over.

Bijna een op de vijf Nederlanders krijgt ooit in zijn of haar leven depressieve klachten, blijkt uit cijfers van het Trimbos-instituut.

Dat maakt een depressie tot een van de meest voorkomende psychische aandoeningen. Jaarlijks gaat het om ongeveer een op de twintig volwassenen. Van hen heeft driekwart een relatie. Dat betekent dat ook veel partners bij de depressie betrokken raken.

En ze blijven erbij betrokken. Want na een halfjaar is slechts de helft van de mensen met een depressie hersteld. En 12 procent is dat na drie jaar nog steeds niet. Bovendien is het risico op terugval behoorlijk hoog: bij meer dan de helft keert de depressie ooit in hun leven weer terug.

Sluipende somberheid

Er is sprake van een depressie als iemand langer dan twee weken somber is en nergens meer plezier aan beleeft. Ook voelt hij of zij zich het grootste deel van de dag moe, onrustig, schuldig of waardeloos.

‘Mensen met een depressie slapen slecht, zijn snel geprikkeld of kunnen zich niet goed meer concentreren,’ zegt Christiaan Vinkers, psychiater bij Amsterdam UMC. ‘Dingen die ze eerst makkelijk deden, kosten nu veel moeite.’

Depressies beginnen vaak sluimerend en bouwen geleidelijk op, zegt hij. ‘De partner op wie je ooit verliefd bent geworden verandert langzaam in iemand anders. Daardoor wordt vaak niet meteen herkend wat er aan de hand is.’

Dat is precies wat Fleur overkwam. ‘Eerst dacht ik: wat ben je chagrijnig de laatste tijd. Eerst was niets hem te veel, maar nu kon hij veel minder hebben. Het leek of hij kortsluiting in zijn hoofd kreeg. Ik weet het aan de nieuwe baby, onze tweede. Terwijl er eigenlijk iets anders aan de hand was.’

Druk op de relatie

Bij een depressie kun je je rol in gezin, relatie en/of werk tijdelijk niet meer vervullen, zegt psychiater Vinkers. ‘Dat betekent voor de partner dat hij of zij opeens mantelzorger wordt en alle verantwoordelijkheden krijgt. De druk op partners maar ook familie en vrienden wordt ontzettend groot.’

Thuis zijn mensen met een depressie op hun slechtst, zegt relatietherapeut Leonoor van der Sloot. Ze doen zoveel mogelijk hun best op plekken die emotioneel iets verder van hen afstaan en waar ze zich nog enigszins zinvol voelen, bijvoorbeeld het werk.

‘Maar daar waar ze zich het veiligst voelen, houden ze dat niet vol. Er is geen energie meer over om thuis gezellig te zijn, of voor het huishouden.’

Dat trekt een grote wissel op de relatie. ‘Er hangt vaak veel spanning. De partners leven steeds meer langs elkaar heen en delen weinig met elkaar. Soms zijn ze alleen nog samen bezig met de praktische zaken, zoals zorg voor de kinderen. Als dat nog lukt. De gezonde partner voelt zich er alleen voor staan. Dat is zwaar en eenzaam.’

Voor Fleurs man Eric was de reuring thuis snel te veel. Dan moest hij iets voor zichzelf gaan doen. ‘Dat was dan niet de vaatwasser uitruimen,’ vertelt Fleur. ‘Ik had dus altijd de kinderen om me heen, en een huishouden te runnen, en dan nog mijn werk.’

Ze vond het ook lastig dat haar partner wel in staat was om voltijds te blijven werken. ‘Hij heeft zich niet één uur ziekgemeld. Dat deed hem, en zijn eigenwaarde, goed. Ik vond het frustrerend. Hij had wel energie om veertig uur te werken, maar zijn zoon één uurtje leren fietsen lukte niet.’

Nieuwe rolverdeling

Michiel (61), de man van Linda (56), kreeg op 37-jarige leeftijd een depressie – het begin van een periode die twaalf jaar zou duren. Michiel was lusteloos en zonderde zich af.

Net als veel ‘partners-van’ dacht Linda destijds niet meteen aan een depressie: hij was overwerkt, ze zaten midden in de tropenjaren van een jong gezin én waren net verhuisd. ‘Bij de kinderen was hij zijn normale zelf, maar als ze in bed lagen gingen zijn schouders plotseling hangen. Dan werd hij somber en klaagde hij veel.’

Als er vrienden over de vloer kwamen leek er weer niets met hem aan de hand. ‘Ik voelde mezelf het afvoerputje,’ zegt Linda. ‘Ik ving hem op, deed het huishouden, zorgde voor de kinderen. Ik trok de kar. Dat putte me uit. Hij deed de depressie en ik deed de rest; zo voelde het.’

Ongezond patroon

Met een zieke partner komt een stel vaak ongemerkt in een nieuwe rolverdeling terecht. De gezonde partner gaat voor de ander zorgen.

In het begin geeft dat misschien enige voldoening, zegt relatietherapeut Van der Sloot; maar als op de langere termijn blijkt dat het zorgen niet werkelijk helpt tegen de depressie, verandert de voldoening in een gevoel van machteloosheid.

Stellen kunnen daardoor uiteindelijk in een ongezond patroon terechtkomen. De een zoekt bijvoorbeeld steeds de confrontatie en de ander trekt zich dan terug. Andere patronen zijn dat de partners allebei voortdurend de confrontatie zoeken en ruzie maken, of dat beiden juist contact met elkaar gaan vermijden en zich amper nog verbonden voelen.

Van der Sloot werkt met stellen aan relatieproblemen – overigens niet alleen veroorzaakt door een depressieve partner – vanuit de Emotionally Focused Therapy (EFT): een methode waarmee iemand de onderliggende emoties van zichzelf en zijn of haar partner beter leert begrijpen, waardoor de negatieve interactie kan worden doorbroken.

Linda en Michiel belandden in zo’n ongezond patroon doordat Linda hem alles uit handen nam. ‘In huis, maar ook naar de buitenwereld. Ik hield bezoek af of regelde juist mensen aan wie hij iets zou hebben. Zo kon ik hem redden, dacht ik onbewust.

Maar Michiel voelde zich niet beter. Ik kan het niet, zei hij maar. Hij gedroeg zich als slachtoffer. Eigenlijk gaf ik hem daar eindeloos ruimte voor. Maar vanbinnen voelde ik wrok: wie is er voor mij?’

Wat ze in therapie over hun patroon leerden is dit, zegt Linda: ‘Ik werd boos op Michiel, ging mopperen, of gaf indirecte boodschappen af. En dan kroop hij verder in zijn schulp.’

Relatietherapeut Van der Sloot: ‘Het komt voor dat iemand boosheid uit, maar eigenlijk gefrustreerd is. Onder die frustratie schuilt dan vaak weer een andere emotie, namelijk eenzaamheid.

Die gevoelens komen voort uit de diepe wens om weer echt contact te hebben met de partner. Dat is immers een van de kernbehoeften van ieder mens: je verbinden met de ander. Vooral met degene van wie je het meest houdt.’

Linda en Michiel leerden hoe ze uit hun patronen konden stappen. Linda: ‘Hij trekt zich nog weleens terug, of ik zit hem te veel op zijn huid; maar dat merken we nu allebei eerder dan vroeger, en dan praten we er samen over.

We hebben onze eigen behoeften leren herkennen, en spreken die uit. Zonder te beschuldigen. Zoals: ik mis je. Of: hé, ik merk dat je je nu terugtrekt, maar ik vind het fijn om even verbinding te voelen.’

Grenzen stellen

Linda ging Michiel ook minder redden. Eén moment uit Michiels depressieve tijd staat haar nog duidelijk bij. ‘Ik had een werkafspraak die ik niet kon verzetten, maar toen ik weg moest voelde hij zich niet goed. Heel somber, in paniek.

Ik zei: ik heb een kwartier de tijd om met je praten, daarna moet ik weg. Toen ik terugkwam, stond ik met knikkende knieën bij de voordeur: hij zou zichzelf toch niet iets hebben aangedaan, uit wanhoop? Maar het ging heel goed met hem!’

Ze voelde zich opgelucht én boos. ‘Ik zat constant in angst. Ik dacht: ik geef je alles, jij blijft steeds in die negatieve buien en passiviteit hangen, en nu kun je er opeens wél uitkomen? Dat was een enorme eye-opener: als ik geen grenzen stel, blijft jouw somberheid dus ook grenzeloos.’

Het leidde tot meer afspraken tussen hen, zoals een dagelijks tijdstip waarop hij een halfuur zijn verhaal mocht doen: even ongestoord klagen, maar wel met een tijdslimiet.

Empathie

Als de ene partner langere tijd op de ander leunt, bestaat de kans dat de relatie ongelijkwaardig wordt, ziet relatietherapeut Van der Sloot vaak in haar praktijk.

Toch is het belangrijk om elkaar als volwaardige partners te blijven behandelen, zegt ze, hoe lastig dat soms ook is. ‘Een depressief iemand is niet de hele tijd een patiënt, net zoals de ander niet continu de rol van verzorger heeft.

Ook met een depressie kun je nog ideeën hebben over de opvoeding van de kinderen. Blijf jezelf als gezonde partner realiseren dat de ziekte het depressieve gedrag veroorzaakt, niet de persoon zelf. Kijk met oprechte empathie naar iemands problemen.’

Psychiater Vinkers vult aan: ‘Dat is vaak makkelijker bij een lichamelijke aandoening. Maar ook bij een depressie valt iemand niet samen met zijn ziekte. Iemand bekijkt tijdens een depressie de wereld door een pikzwarte bril.’

Dat hield Fleur zichzelf ook voor, hoewel het haar moeite kostte. Na een jaar opkrabbelen stortte Eric plotseling weer in. Dankzij antidepressiva en psychologische behandeling was hij eindelijk wat opgeknapt, maar toen kwam de eerste lockdown, oftewel: thuiswerken met de kinderen erbij.

Fleur: ‘Binnen drie dagen ging Eric vier maanden achteruit. Hij kon de constante aanwezigheid van de kinderen niet verdragen. Hij viel steeds naar ze uit. Het geschreeuw van beneden kwam op zolder door mijn koptelefoon heen.

Vervolgens liep hij direct weg uit de situatie, waardoor alles weer op mij neerkwam. We waren geen partners meer op dat moment, maar allebei bezig met overleven.’

Dit is niet Eric zelf, maar zijn depressie, herhaalde ze dan in gedachten. Ook al had ze vaak geen begrip voor zijn klachten. ‘Ik kon na een tijdje niet meer horen hoe slecht hij zich voelde. Met mij gaat het ook niet goed, dacht ik dan. Jouw problemen kan ik er even niet bij hebben.’

Hart luchten

Soms bezwijkt de gezonde partner bijna onder de druk, zegt psychiater Vinkers. ‘Door de permanente stress kan diegene zelf ook psychische klachten krijgen. Verwaarloos als partner je eigen geestelijke gezondheid dus niet. Zorg voor tijd voor jezelf, en steun uit je omgeving. Als je zelf niet overeind blijft, kun je de ander ook niet helpen.’

Hulp vragen is niet alleen voor de depressieve partner moeilijk. Ook de gezonde partner die hulp zoekt is dapper, aldus relatietherapeut Van der Sloot. Vaak schamen gezonde partners zich voor de relatieproblemen, die aanvoelen als falen.

De eerste stap naar buiten is het moeilijkst. Van der Sloot adviseert te beginnen met één iemand in vertrouwen te nemen die zonder oordeel luistert, en niet meteen advies geeft.

‘Je kunt best zeggen: ik wil gewoon even mijn hart luchten.’ Fleur zette die stap toen ze het thuis bijna niet meer volhield. ‘Ik voelde me ontzettend opgelucht toen ik mijn verhaal bij een vriendin kon doen. Dat gaf me wat zuurstof om het vol te houden.’

Sommige relaties overleven een depressie niet, zegt psychiater Vinkers, zeker niet als depressies vaker terugkomen. Maar de meeste partners vinden er een weg in en weten elkaar extra te steunen.

Linda: Ik was bang dat Michiel nooit meer de oude zou worden. Maar de antidepressiva sloegen gelukkig aan. Hij slikt ze nog steeds, in lage doses, en de depressie is weggebleven. Al wordt hij wel weer somber als hij een afbouwpoging doet.’

Fleurs man Eric valt nog geregeld terug. Dan kan hij weinig hebben, wordt snel boos en trekt zich terug. Toch ziet ze, voorzichtig, vooruitgang.

‘Eric komt er wel, en wij samen ook. Mensen zeiden soms over Erics gedrag: wat denkt hij wel niet. Maar de enige die mag zeuren ben ik, en voor de rest moet iedereen zijn mond houden over mijn man.’

Fleur, Eric, Linda en Michiel heten in werkelijkheid anders.

Hulp voor naasten

  • Pim Cuijpers, Depressie, een gids voor familieleden (2014): dit boek is gratis te downloaden via depressievereniging.nl
  • Depressielijn, 088-0767000: voor een gesprek met ervaringsdeskundigen
  • depressieconnect.nl en labyrint-in-perspectief.nl: voor contact met een lotgenoot
  • Praat met je huisarts of bel MIND-Korrelatie: 0900-1450 (werkdagen 9-18 uur)
  • Op Facebook zijn verschillende besloten lotgenotengroepen waarbij je je kunt aansluiten.
Meer lezen over dit thema?
De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."