Een paar jaar geleden zat de Amerikaanse Kate Scott diep in een depressie. Tijdens een sessie stelde haar therapeut haar een simpele vraag: “Welk aspect van je leven overweldigt je nu?” Kate probeerde met een depressiewaardig antwoord te komen, maar besloot de waarheid te vertellen: haar afwasmachine. Het apparaat werkte slecht, waardoor ze altijd alles handmatig moest schrobben voordat het in de machine kon. Dit kostte haar veel energie, en ze voelde zich vaak ontmoedigd. Haar therapeut stelde iets onverwachts voor: “Waarom draai je het programma niet twee keer?” Ze begon al te protesteren dat je dat niet hoort te doen, maar hij onderbrak haar: waarom niet? ‘Als jij geen zin hebt om te schrobben en je afwasmachine doet het niet goed, draai het programma dan twee keer. Of drie keer, als dat nodig is. Er zijn geen regels.’
Dat ene gesprek met haar therapeut veranderde haar leven. Ze ging die dag naar huis en draaide het programma van haar afwasmachine twee, drie keer. De dag erna douchte ze liggend in de cabine. Weer een paar dagen later borg ze stapeltjes was op waar in haar kast ze ook maar pasten. Ze voelde zich bevrijd van haar regels.
Waarom onflexibele regels contraproductief zijn
Veel mensen hebben het gevoel vast te zitten in strikte regels over hoe ze hun tijd moeten besteden, hoe ze zich moeten gedragen, of hoe hun leven eruit zou moeten zien. Deze regels komen vaak voort uit opvoeding, cultuur, of maatschappelijke verwachtingen. Soms zijn ze nuttig, we kunnen niet voortdurend over elke stap nadenken, maar ze kunnen ook beperkend zijn.” Als we te rigide zijn in onze regels, kan dat leiden tot veel stress,” zegt therapeut Jill Stoddard. “Ze kunnen ons belemmeren in het aanpassen aan verschillende situaties.” Stel bijvoorbeeld dat jij vindt: ik moet altijd aardig zijn. Op zich is daar niets mis mee, maar wat als je gepest wordt, of een collega steeds je grenzen overschrijdt? Dan kan het in de weg zitten. Regels kunnen dus nuttig zijn om structuur te bieden, maar te veel vasthouden aan onflexibele regels kan juist contraproductief zijn.
Regels als copingmechanisme
In uitzonderlijke gevallen kunnen mensen zelfs helemaal vast komen te zitten in hun eigen regels. Er extreem streng aan vasthouden is een klassiek symptoom van obsessive-compulsive disorder (OCD) en dezelfde neiging kan een rol spelen bij eetstoornissen als anorexia. Maar het kan ook een aangeleerd copingmechanisme zijn voor het omgaan met andere mentale problemen, zoals angsten of depressie. Zoals de gedachte: als ik maar minimaal acht uur per nacht slaap, dan houd ik mijn angstgevoelens wel onder controle – waardoor je in de stress schiet als je een keer een korte nacht maakt, en juist dáárdoor angstig wordt.
Flexibiliteit ontwikkelen met ACT
Een populaire benadering om meer flexibiliteit te ontwikkelen, is Acceptance and Commitment Therapy (ACT). Deze therapie helpt mensen meer bewust te worden van hun regels en ze af te stemmen op hun levenswaarden. “Als je weet wat voor jou belangrijk is, kun je je regels hieraan toetsen,” legt Stoddard uit. Het doel is niet om regels te breken, maar ze te gebruiken als hulpmiddelen die bijdragen aan een vervuld leven.
De invloed van regels op relaties
Er is ook een sociale kant aan het vasthouden aan regels. Radical Open Dialectical Behavior Therapy (RO-DBT) richt zich op de invloed die strikte regels hebben op onze relaties. Mensen die vasthouden aan harde regels kunnen anderen snel afschrikken met hun oordelen. Hope Arnold, psycholoog gespecialiseerd in RO-DBT, legt uit: “Deze mensen hebben vaak een sterke overtuiging over wat goed of slecht is, maar dat kan relaties bemoeilijken.” Door meer open te staan voor andere perspectieven, kunnen mensen leren flexibeler en empathischer te zijn.
Conclusie: Flexibiliteit leidt tot meer levensvreugde
Het leren loslaten van rigide regels kan leiden tot minder stress en meer levensvreugde. Het hoeft niet altijd te betekenen dat je je regels breekt, maar wel dat je ze flexibeler maakt om je leven beter af te stemmen op wat voor jou belangrijk is.