Inzicht 1: Mijn hart is mijn kompas
Sholeh Rezazadeh: ‘Al op mijn vijfde kende ik de Perzische gedichten uit mijn hoofd die mijn vader voorlas. Ook al begreep ik er niets van, ik vond het prachtig.
Bevrijd jezelf van oude pijn
- Ontdek hoe oude ervaringen nu nog meespelen in je keuzes en gedrag
- Verwerk je mentale pijn met bewezen effectieve technieken
- Ervaar meer innerlijke rust, zelfvertrouwen en vrijheid
69,-
Een aantal jaren later begon ik literaire boeken te lezen, en dat raakte me: lezen liet me kennismaken met andere levens, andere werelden. Schrijven en lezen bracht me tot rust. Boeken werden mijn toevluchtsoord.
Ik was een jaar of twaalf toen mijn docent ons een opdracht gaf: beschrijf een sterrennacht. Ik ging helemaal los en schreef iets heel poëtisch. Nadat ik mijn tekst had voorgedragen zei ze: ‘Jij bent een schrijver.’ Een belangrijk duwtje in de rug: dit wilde ik en ik kón het ook.
Als tiener wilde ik dus al schrijver worden, maar iedereen in mijn omgeving zei: ‘Ga een serieuze studie doen, zoek een baan, ga geld verdienen.’ Dokter, advocaat of ingenieur – dat waren de beroepen die ertoe deden. Ik werd arts, maar mijn hart was altijd bij de literatuur en poëzie. Die droom heeft me nooit verlaten.
In 2015, op mijn 26e, verhuisde ik voor de liefde van mijn geboorteland Iran naar Nederland. Ik moest helemaal opnieuw beginnen, een nieuwe taal leren, de cultuur zien te begrijpen.
Om mijn Iraanse diploma geneeskunde hier erkend te krijgen, zou ik nog 3,5 jaar moeten studeren. Dat gaf me de moed om voor mijn hart te kiezen: als ik toch alles kwijt was, kon ik net zo goed gaan doen wat ik écht wilde. Het leven is zo kort, ik moest mezelf die kans geven.
Ik deed alles om zo snel mogelijk de taal te leren: negen maanden op taalcursus, proberen alleen maar in het Nederlands te praten, Nederlandse televisie kijken, kinderboeken lezen, daarna boeken voor volwassenen, en ik werkte als tolk.
Zodra ik een beetje Nederlands sprak, begon ik mijn werk voor te dragen. Ik deed mee met wedstrijden en bereikte de finale van het NK Poetry Slam, en trad op bij open podia in de kroeg met tien bezoekers. Maar zo kwam ik verder.
Drie jaar nadat ik in Nederland was aangekomen, kreeg ik een contract bij uitgeverij Ambo Anthos. Mijn eerste roman, De hemel is altijd paars, kwam midden in coronatijd uit. Alle winkels waren dicht, maar toch was de eerste druk binnen een paar dagen uitverkocht. Ik kreeg mooie interviews en lezersreacties.
Vermoedelijk vonden mensen het interessant dat ik als Iraanse mijn eerste boek in het Nederlands had geschreven. Tien jaar geleden sprak ik nog geen woord Nederlands, dit jaar mocht ik het Boekenweekgedicht schrijven – wat een eer. Het thema van de Boekenweek, ‘Je moerstaal’, was me op het lijf geschreven.
Op de dag dat ik het nieuws hoorde, noteerde ik meteen de eerste vier regels:
In welke taal zal ik je woorden geven,
zodat we elkaar opnieuw kunnen vinden
In welke blik, welke stilte
gaan we elkaar weer verstaan?
Me uitdrukken in de Nederlandse taal is een worsteling, nog steeds. Het Nederlands is zakelijker, heeft minder woorden en synoniemen, en de woorden hebben minder betekenis dan in het Perzisch, dat poëtischer en warmer is.
Ga voor groei
Kies voor Psychologie Magazine en ontvang elke maand verrassende inzichten over gedrag, liefde, werk en mentale gezondheid. Ook ontvang je 15% korting op alle online trainingen in onze Psychologie Academy.
Het Iraanse woord voor empathie betekent bijvoorbeeld letterlijk ‘gedeeld hart’. Ook in het normale verkeer is de taal warmer, zachter. Als je bijvoorbeeld naar een bedrijf of restaurant belt, wordt er opgenomen met: ‘Dag mijn bloem, hoe kan ik je helpen?’
Soms probeer ik het juiste woord te vinden en kom ik in het dikke synoniemenboek van Van Dale niets tegen dat precies uitdrukt wat ik wil zeggen. Tegelijk biedt het Nederlands me de ruimte om te schrijven waarover ik in het Perzisch niet eerder schrijven kon, zoals de opiumverslaving van mijn vader.
Juist omdat de Nederlandse taal voor mij platter en minder emotioneel is, kan ik schrijven over wat al heel lang op mijn hart drukt, maar wat ik in mijn moedertaal nooit heb kunnen benoemen.’
Inzicht 2: Zeggen wat je vindt kan ook zonder ruzie
Sholeh Rezazadeh: ‘Mijn ouders hadden altijd ruzie. Ze zijn nooit gescheiden, maar hebben het denk ik alleen in het prille begin leuk gehad met elkaar. Mijn moeder was geen familiemens.
Voor vriendinnen is ze een leuke, vrije vrouw, maar ze kon niet omgaan met verantwoordelijkheden. Mijn vader was het tegenovergestelde: hij was juist een heel verantwoordelijke man, die graag een gezin wilde. Dat botste.
Mijn broer en ik reageerden heel anders op alle onrust. Hij sprong ertussen en probeerde het op te lossen. Ik kon er niet tegen, maakte me uit de voeten naar mijn kamer en vluchtte in een boek. Het was bijna onmogelijk om als gezin samen te zijn.
Een positief gevolg van die situatie is dat ik goed kan luisteren en me kan verplaatsen in verschillende perspectieven. Maar ik ben er ook erg conflictvermijdend door geworden. Elke vorm van discussie is voor mij heel heftig.
Dan heb ik eindeloos veel woorden in mijn hoofd, maar val helemaal stil – ik kan gewoon niets meer zeggen. Dan ga ik weg, negeer het of ik probeer het met schrijven op te lossen door een e-mail of appje te sturen. Dat zijn natuurlijk niet de beste manieren om met een conflict om te gaan, dus ik probeer dat te veranderen.
Een van de mooie dingen die ik in Nederland heb geleerd, is namelijk dat je gewoon mag zeggen wat je denkt. Dat is niet altijd leuk, maar hoeft ook niet per se te leiden tot ruzie. Dat je kalm kunt blijven en toch gewoon kunt zeggen wat je denkt, is voor mij iets nieuws. Dat ben ik aan het oefenen.
Maar het verdriet blijft. Als gezinnen gezellig bij elkaar zitten of ik zie een moeder heel liefdevol omgaan met haar kind, dan doet dat pijn. Waarom heb ik dat nooit zo mogen ervaren?’
Inzicht 3: Verslaving maakt wel de relatie, maar niet de liefde kapot
‘Mijn moeder was emotioneel afwezig, maar met mijn vader had ik als kind een bijzondere band. Hij moedigde me aan om dingen zelfstandig te doen: kom op, je kunt het! ’s Avonds las hij me voor; zonder een verhaal van hem kon ik niet slapen.
Maar in mijn tienerjaren raakte hij in de greep van de opium. Als puber heb je al veel gedoe in je hoofd, dus mijn reactie was eerst: het valt wel mee, het is maar tijdelijk, zo erg is het allemaal nog niet. Ik hoopte dat het goed zou komen. Het was gewoon te moeilijk om hem langzaam te zien verdwijnen. En ik kon niets voor hem doen.
Niemand sprak erover, ikzelf ook niet. Zelfs mijn vriendinnen en mijn man heb ik het nooit verteld. Het was te emotioneel. De allereerste keer dat ik er iets over zei, was in De hemel is altijd paars. Alleen door erover te schrijven in een andere taal kon ik het erover hebben.
Het contact met mijn vader is afstandelijk; dat was al zo voordat ik naar Nederland vertrok. Hoe bereikbaar hij is, is afhankelijk van de dag. Al jaren is hij niet meer de vader die ik heb gekend, maar de liefde is er nog. Ik mis hem nog steeds, elke dag.’
Meer lezen?
Alle inzichten van Sholeh Rezazadeh vind je in dit nummer van Psychologie Magazine.
Schrijver, dichter en performer Sholeh Rezazadeh (Tabriz, 2 april 1989) debuteerde in 2021 met De hemel is altijd paars. Deze roman, waarvan inmiddels meer dan 45.000 exemplaren zijn verkocht, werd bekroond met de Debutantenprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en de Bronzen Uil Publieksprijs.
In 2023 verscheen haar tweede roman, Ik ken een berg die op me wacht, die genomineerd werd voor de Amarte Literatuurprijs, de European Prize for Literature en de Natuurboekenprijs. In 2024 verscheen haar poëziebundel Neem ruim zei de zee. Dit jaar schreef Rezazadeh het Boekenweekgedicht.