Ga naar inhoud

Column Jean-Pierre van de Ven: Mijn huisje

Jean-Pierre van de Ven
leestijd 3 minuten
Column 02 juni 2022
De jonge vrouw op de bank tegenover me ziet er niet blij uit als ze zegt: ‘Binnenkort ga ik trouwen.’ Sterker nog, daar komen de tranen al. ‘Sorry, hoor.’

‘Geeft niet,’ zeg ik, en reik haar het doosje met de papieren doekjes aan. Ze neemt er een en dept voorzichtig rond haar ogen.
‘Ik hou van Willem, hoor,’ zegt ze. ‘Ik wil ook echt met hem trouwen.’

Het deppen is klaar, ze gooit het papiertje in de prullenbak. ‘Maar ik moet wel naar Amersfoort verhuizen. En Amersfoort is best mooi enzo…’
‘Maar?’

‘Maar ik ken het daar niet. Het moet vanwege Willems werk. Ik kan thuiswerken.’ Ze slaakt een diepe zucht. Het klinkt opgelucht en opgelaten tegelijk. ‘En ik heb zo’n fijn huisje…’

Nieuwe tranen, een nieuw doekje. ‘Mijn huisje is alles voor me. Ik woon aan het water, met een balkon. Ik zit er heel vaak met vriendinnen, borrelen, beetje kletsen. Die komen heus niet helemaal naar Amersfoort.’

Ik laat haar even bedaren. Dan vraag ik wat ze bedoelt met ‘mijn huisje is alles voor me’. Gaat dat alleen over die vriendinnen en dat balkon?

‘Nee, natuurlijk niet,’ zegt ze plotseling stellig. ‘Ik ben al op m’n zestiende uit huis gegaan. Mijn vader… er zijn dingen gebeurd.’

Nu niet aandringen, weet ik. Gewoon laten praten. In de minuten daarna vertelt ze meer over haar vader, die zijn handen niet kon thuishouden. En over haar moeder, die deed alsof er niets aan de hand was. Het is geen fijn verhaal en de tissues worden flink aangesproken.

‘Ik heb bij vrienden gewoond, anti-kraak, bij een tante. Ik ben geloof ik wel tien keer verhuisd voordat ik mijn huisje vond.’
‘Je veilige huisje.’ Ze knikt. ‘En nu komt Willem en die wil je uit je veilige huisje halen.’

‘En dan naar Amersfoort. In zo’n nieuwbouwwijk, met al die gezinnen. Willem is een aanpakker, die heeft meteen een huis gekocht toen ik ja had gezegd. Maar wat moet ik daar? Ik wil wel kinderen, maar nu nog niet. Ik wil eerst nog wat… eh, fladderen.’

‘Wijn drinken op je eigen balkon.’ Ze haalt haar schouders op. Daarna zitten we even stil bij elkaar en we kijken naar de kastanje in de achtertuin, die op het punt van bloeien staat.

‘Je bent gewend om het zelf te doen, hè?’ zeg ik. ‘Je doet het al tien jaar allemaal zelf. En nu wil iemand anders voor je zorgen. Doodeng.’

Ze glimlacht dankbaar, blij dat iemand het snapt.

‘Komt het te vroeg, dat trouwen en de rest?’

‘Nee, ik wil het echt.’ Daar is die stelligheid weer.

‘Oké. De vraag is dus niet wat je moet dóén. De vraag is hoe je je veilig kunt voelen op een andere plek. In een mooi nieuw huis. Met iemand die van je houdt.’

Daar kan ze wel om glimlachen. Maar ze heeft ook een nieuw doekje nodig.

Kijk ook op psychologiemagazine.nl/drlove: daar beantwoordt ‘Dr. Love’ Jean-Pierre van de Ven vragen over de liefde

Meer lezen over dit thema?
^