Ga naar inhoud

Hoe werkt schematherapie en hoe kan het je helpen? Een schematherapeut legt uit

drie kinderen springen over een hek
Beeld: Unsplash
leestijd 6 minuten
Artikel 13 november 2025

Iedereen heeft wel eens last van gedachten en gevoelens die niet zo constructief zijn. Misschien voel je je niet gezien of begrepen, maar blijkt achteraf dat de situatie helemaal niet zo heftig was. Klinisch psycholoog en schematherapeut Hannie van Genderen legt uit waarom die gevoelens je zo kunnen overspoelen en hoe schematherapie daarbij kan helpen.

Soms is er weinig voor nodig om je een onprettig gevoel te geven. Een vriendin laat niets van zich horen, je manager plant onverwachts een meeting met je in of je broer laat weer op het laatste moment van zich afweten. Zonder dat je er erg in hebt, reageer je heftig op iets wat – als je er van een afstand naar kijkt – helemaal niet zo heftig is. Het kan ook zijn dat je erg boos wordt en later denkt: ‘Was dat nou nodig, om zo uit mijn slof te schieten?’

‘Dit zijn vaak patronen in je gedrag die je niet prettig vindt, patronen die zich meestal al in je jeugd hebben ontwikkeld’, legt klinisch psycholoog en schematherapeut Hannie van Genderen uit in de nieuwe online training Doorbreek je patronen – schematherapie zelf toepassen. Van Genderen is co-auteur van de bestseller Patronen doorbreken waar inmiddels 200.000 exemplaren van zijn verkocht. ‘Zulke patronen kunnen behoorlijk hardnekkig zijn. Maar het goede nieuws is dat je ze kunt veranderen met behulp van technieken uit de schematherapie.’

Wat houdt schematherapie in?

Schematherapie helpt je om oude patronen te herkennen, te begrijpen waar ze vandaan komen en te veranderen. De methode is in de jaren negentig door de Amerikaanse psycholoog Jeffrey Young ontwikkeld. In eerste instantie voor mensen met ernstige psychische problemen, maar schematherapie kan iedereen helpen om oude patronen te doorbreken.

Van Genderen hoort vaak dat mensen daar zelf mee aan de slag gaan naar aanleiding van haar boek. ‘Sommige mensen vertellen me zelfs dat ze hun patronen helemaal zelf hebben doorgewerkt, zonder hulp van een therapeut. Dat laat mooi zien dat schematherapie geschikt is voor mensen met zowel zwaardere problematiek als voor wie zelf actief aan de slag wil met persoonlijke verandering.’

‘Schematherapie is een prettige en hoopvolle manier om aan jezelf te werken’

Schematherapie is een prettige manier om meer inzicht in jezelf te krijgen en aan niet-helpende patronen te werken. ‘Je leert begrijpen waar je patronen vandaan komen en dat het niet jouw schuld is als je soms dingen minder handig aanpakt. Veel heeft te maken met wat je hebt meegemaakt in je jeugd. Door die ervaringen op een andere manier te verwerken, kun je echt verandering teweegbrengen,’ zegt van Genderen.

Hoe werken de verschillende ‘modi’?

In schematherapie analyseer je welke basisbehoeften bij jou mogelijk niet vervuld zijn, waardoor je valkuilen hebt ontwikkeld, en welke overlevingsstrategieën je hebt ingezet om minder last te hebben van die valkuilen. ‘Zo ontstaan patronen, oftewel ‘modi’,’ legt van Genderen uit. ‘Een modus is een houding of gevoel waarin je schiet wanneer oude gevoelens worden opgeroepen.’

Er bestaan verschillende soorten modi die allemaal in de training worden behandeld. Je kunt ze indelen in helpende en niet-helpende modi.

De helpende modi

‘Als je in je jeugd niet al te veel nare dingen hebt meegemaakt en de meeste basisbehoeften goed zijn vervuld, ontwikkel je gezonde overtuigingen over wie je bent, hoe anderen naar je kijken en hoe de wereld in elkaar zit. Die modus noemen we de Gezonde Volwassene,’ vertelt van Genderen.

‘Maar je hebt ook behoefte aan ontspanning en plezier. Dat noemen we de Gelukkige Kind-modus. Dat is de kant die gewoon plezier maakt, doet wat leuk is en niet alles zo serieus neemt. Denk aan naar de bioscoop gaan, spelletjes spelen of iets creatiefs doen. Alles waarbij je je ontspannen en blij voelt.’

Niet helpende modi

Maar je kunt ook niet-helpende modi ontwikkelen, zeker als er in je jeugd dingen zijn misgegaan. ‘Bijvoorbeeld als er te veel van je werd geëist, je overbeschermd bent opgevoed of als je ouders vervelend of zelfs gemeen tegen je deden. Dan kunnen er negatieve overtuigingen ontstaan, zoals: ‘Ik doe het nooit goed’, of ‘ik ben niet de moeite waard’.

Die negatieve overtuigingen in combinatie met minder helpende overlevingsstrategieën leiden tot niet-helpende modi. Deze modi zijn niet altijd actief, maar kunnen plotseling opspelen in situaties die lijken op iets uit het verleden. Je kunt dat vergelijken met een blauwe plek: zolang er niemand op drukt, voel je er niets van. Maar zodra iemand erop stoot, doet het pijn. Zo werkt het ook met niet-helpende modi,’ aldus van Genderen.

Kind- en oudermodi

Zulke niet-helpende modi kunnen zijn dat je wordt overspoeld door negatieve gevoelens. Dat noemen we kindmodi. Van Genderen: ‘Dat kunnen zowel kwetsbare als boze gevoelens zijn. Het kwetsbare kind is het deel in jou dat zich snel verdrietig, machteloos of hopeloos voelt. Bijvoorbeeld na een relatiebreuk kun je denken: ‘Ik weet het niet meer, mijn leven heeft geen zin meer, het komt nooit meer goed met mij.’ Dat is een emotionele, kinderlijke reactie. Je reageert niet vanuit je gezonde volwassene, maar vanuit je Gekwetste Kind-modus.

Of je reageert met boosheid: ‘Die klootzak heeft me in de steek gelaten, ik hoop dat hij nooit meer gelukkig wordt!’. Dan zit je in de Boze Kind-modus: een overdreven, emotionele uiting van woede en pijn.

Daarnaast is er de Kritische modus: dat stemmetje in je hoofd dat streng, veeleisend of veroordelend is. Het kan zeggen: ‘Het is natuurlijk ook jouw eigen schuld’, of ‘wie zou er nou van zo iemand als jij kunnen houden?’ Deze innerlijke criticus kan hardnekkig aanwezig zijn en zorgt ervoor dat je je schuldig of waardeloos voelt. Omdat die gevoelens pijnlijk zijn, ontwikkel je vaak manieren om ze te vermijden: overlevingsstrategieën.

In de Vermijdende modus doe je alsof het allemaal wel meevalt. Je probeert niets te voelen of moeilijke situaties uit de weg te gaan. Je kunt bijvoorbeeld iedereen gelijk geven om geen conflicten te krijgen. Wanneer iemand na een relatiebreuk aan je vraagt hoe het met je gaat, zeg je misschien: ‘Gaat wel hoor, ik red me prima’. Dat lijkt nuchter, maar eigenlijk vermijd je je echte gevoel.

De Omkerende Modus is het tegenovergestelde: je doet juist alsof je je geweldig voelt, terwijl dat niet zo is. Als iemand vraagt hoe het gaat, zeg je bijvoorbeeld: ‘Eigenlijk heel goed, het is een bevrijding! Single zijn is fantastisch’. Ook dat is een manier om het verdriet niet te hoeven voelen.’

Al deze modi kunnen plotseling opspelen wanneer je in een moeilijke situatie terechtkomt. Het is belangrijk om ze te leren herkennen, want dat is de eerste stap naar verandering. Als je weet welke modi bij jou snel geactiveerd worden, kun je leren om er anders mee om te gaan. Daarom ontwikkelden we in samenwerking met schematherapeut Hannie van Genderen de nieuwe training Doorbreek je patronen – schematherapie zelf toepassen. In tien sessies leer je om oude patronen te herkennen en doorbreken.

Bekijk alvast een voorproefje van de training:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hannie van Genderen is klinisch psycholoog en schematherapeut en heeft een eigen praktijk in Maastricht. Samen met Gitta Jacob en  Laura Seebauer schreef ze de bestseller Patronen doorbreken over hoe patronen van gedrag, gedachten en gevoelens zijn ontstaan en belangrijker: hoe je die kunt veranderen. Daarnaast is ze opleider psychotherapie, schematherapie en cognitieve gedragstherapie.

Meer lezen over dit thema?
De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."